Gezonde leefomgeving
Gezonde leefomgeving
Status
Het beleidsprogramma Gezonde Leefomgeving is gemaakt op basis van reeds vastgesteld beleid: Omgevingsvisie Gaaf Gelderland (PS2018-425); beleidsregels geur (PS2017-133), Schone Lucht Akkoord (PS 2020-13), Gelders Uitvoeringsprogramma Omgevingsveiligheid (PS2018-857), Actieplan Geluid 2018-2022 (PS2018-364), het Meerjarenprogramma Bodem en Ondergrond 2015-2020 (PS2014-985) en het Gelders Klimaatplan (2020) en vertaalt dit in een visie op wat de provincie de komende jaren wil doen voor een gezonde leefomgeving.
Op deze pagina direct naar:
Gezonde leefomgeving
Basis voor een gezond Gelderland
Dit is wat wij willen bereiken
Een gezond en veilig Gelderland vormt het hart van de ambitie in de Omgevingsvisie, samen met schoon en welvarend. Dat betekent: een Gelderland waarin onze inwoners en gasten kunnen wonen, werken en verblijven in een omgeving die schoon is, waar je niet ziek wordt door allerlei verontreinigingen en waar je zo min mogelijk overlast van je omgeving ervaart. Onze ambitie is om een (woon)omgeving te creëren met zo weinig mogelijk negatieve effecten op de gezondheid van mens en milieu, waarbij we minimaal willen voldoen aan de WHO-Richtlijnen. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat de WHO-Richtlijnen voor luchtkwaliteit op 22 september 2021 zijn aangescherpt, waardoor dit een grotere ambitie is dan voorheen. Deze ambitie willen we bereiken door de druk op gezondheid door de omgevingsfactoren lucht, geur, bodemkwaliteit (inclusief zorgwekkende stoffen), geluid en risicovolle activiteiten (omgevings- of externe veiligheid) te beperken. Waar mogelijk gaan we verder dan de wettelijke normen, want ons milieu is ons kernkapitaal. We hebben dit geconcretiseerd voor de afzonderlijke omgevingsfactoren:
- Luchtkwaliteit en geur: schone lucht en beperken geurhinder veroorzaakt door bedrijven onder provinciaal gezag (niet zijnde landbouwactiviteiten).
- Bodem en ondergrond: een gezond, duurzaam en robuust natuurlijk systeem, zowel in biologisch, chemisch als fysisch opzicht.
- Geluid en stilte: een substantiële vermindering van geluidsoverlast voor de Gelderse inwoners. We zetten hiervoor in op afname van geluid door wegverkeer op onze provinciale wegen. Bij bescherming van stilte in stiltegebieden wordt uitgegaan van ‘stand still’ en wordtniet gestreefd naar vermindering van het geluid.
- Omgevingsveiligheid: alle risicovolle activiteiten in Gelderland zijn in beeld en voldoen aan de landelijke wettelijke normen.
Samenhang
Een gezonde en veilige leefomgeving is de basis voor de zeven ambities waar de provincie aan werkt. Het onderdeel gezonde en veilige leefomgeving is voorwaardelijk voor deze zeven ambities en de ambities uit andere beleidsprogramma’s. Effecten op een gezonde en veilige leefomgeving worden vaak gerealiseerd via deze beleidsprogramma’s met expertise van Gezonde Leefomgeving.
Ambitieweb: samenhang met de ambities uit de Omgevingsvisie Klik hier voor een toelichting op de scores.

Als provincie zijn we verantwoordelijk voor de gebiedsgerichte coördinatie van de uitoefening van taken door waterschappen en gemeenten onder de Omgevingswet. De provincie heeft de verantwoordelijkheid om zich (via beleid, regelgeving en activiteiten) optimaal in te zetten voor een gezondere leefomgeving en een gezonde, inclusieve samenleving. Uiteraard is het belangrijk om dit goed af te stemmen met gemeenten en andere partners die met een gezonde leefomgeving bezig zijn: decentraal wat kan blijft het uitgangspunt. We gaan hier nader op in onder Partners verderop in dit Beleidsprogramma.
Beschouwde omgevingsfactoren: afbakening
Dat een gezond en veilig Gelderland het hart vormt van de ambitie in de Omgevingsvisie is terug te zien aan het feit dat we daar als provincie in tal van programma’s, zoals Water, Klimaat en Natuur, aan werken. In dit beleidsprogramma brengen we voorheen losse plannen bij elkaar in één programma. Daarmee leggen we de focus op zes omgevingsfactoren die nauw met de andere programma’s samenhangen en die we met het programma Gezonde Leefomgeving invullen: 1) Luchtkwaliteit en geur, 2) Bodem en ondergrond, 3) Geluid en stilte, 4) Omgevingsveiligheid, 5) Gezondheid en 6) Licht en donkerte.
Dit is wat we om ons heen zien
Analyse
Op een aantal punten kunnen we met een gerust hart beweren dat het goed gaat met de gezonde en veilige leefomgeving in Gelderland. Zo voldoet de luchtkwaliteit en de omgevingsveiligheid bijna overal aan de daarvoor geldende normen en blijven we voortgang boeken met de bodemsaneringsoperatie. Toch moeten we ons blijven inspannen voor verdere verbetering en het aanpakken van nieuwe bedreigingen. Kijken we bijvoorbeeld naar de ondergrondse ruimte dan zien we dat de aanspraken daarop snel toenemen: aandacht hiervoor in planprocessen is essentieel om grote schade te voorkomen. Nieuwe stoffen die de gezondheid bedreigen vragen om een aanpak, in het landelijk gebied loopt de biodiversiteit terug en op het gebied van geluidsoverlast langs provinciale wegen is ook nog werk aan de winkel.
1. Luchtkwaliteit en geur
- Luchtverontreiniging is een van de belangrijkste risicofactoren voor de gezondheid, te vergelijken met overgewicht. Ook (ver) onder de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit treden negatieve gezondheidseffecten op. De lucht in Gelderland voldoet bijna overal aan de wettelijke grenswaarden voor luchtkwaliteit (gebaseerd op Europese Richtlijn), behalve op een locatie in de Foodvalley, als gevolg van fijnstof van een veehouderij (Monitoringsrapportage NSL, 2021).
- Omdat effecten al optreden onder de grenswaarden is ook in dat bereik nog veel gezondheidswinst te behalen. Daarom werkt het Schone Lucht Akkoord, dat de provincie in 2020 heeft ondertekend, toe naar de strengere WHO-advieswaarden. Het landelijk afgesproken streven is om in 2030 minimaal 50% gezondheidswinst uit binnenlandse bronnen te realiseren ten opzichte van 2016 en is daarmee niet normgericht. De belangrijkste te berekenen componenten in verontreinigde lucht zijn fijnstof en stikstofdioxide.
- De meeste gezondheidswinst in relatie tot luchtkwaliteit wordt bereikt met een generieke (landelijke) aanpak, gericht op het verminderen van de deken van fijnstof en andere schadelijke stoffen in heel Nederland. Om hoogblootgestelde gebieden en hooggevoelige groepen (termen uit het Schone Lucht Akkoord) te beschermen zijn hierop aanvullend ook gerichte maatregelen nodig.
- Daarnaast heeft de luchtkwaliteit een effect op de natuur en het klimaat. Doordat stikstofdioxiden, ammoniak en zwaveldioxiden uit landbouw, industrie en (scheeps)verkeer op de bodem neerslaan (depositie) zijn zij schadelijk voor de natuur en de biodiversiteit in ons land en onze buurlanden. Hier werken we aan middels de Gelderse Maatregelen Stikstof. CO2 die vrijkomt bij het gebruik van fossiele brandstoffen in (scheeps)verkeer en industrie vormt samen met overige broeikasgassen (in de landbouw vooral methaan) de Gelderse ‘CO2-uitstoot’ die bijdraagt aan de opwarming van de aarde. Maatregelen om dit tegen te gaan zijn verankerd in het Gelders Klimaatplan en staan uitgewerkt in het beleidsprogramma Klimaat.
- Een duidelijk merkbaar effect van sommige lucht gedragen stoffen is geuroverlast. De evaluatie van het Gelderse geurbeleid voor industriële bedrijven laat zien dat het beleid goed functioneert als toetsingskader. Er is dan ook geen aanleiding voor grote aanpassingen van het huidige beleid. Wel zullen aanpassingen worden doorgevoerd om het straks te laten aansluiten op de Omgevingswet. Op dit moment zijn er circa tien aandachtsbedrijven waar geur een rol speelt (van de 220 bedrijven onder provinciaal bevoegd gezag). Ook al voldoen bedrijven aan de normen van het Gelders geurbeleid, wil dit nog niet zeggen dat omwonenden geen geuroverlast ervaren.
2. Bodem en ondergrond
- Ruimtelijke ontwikkeling. Het besef is gegroeid dat het bodem- en watersysteem de basis vormt onder ruimtelijke planvorming. Ook wij als provincie moeten bodem en ondergrond nadrukkelijk betrekken bij ruimtelijke plannen. Daarnaast is in de ondergrond drie à vier keer te weinig ruimte beschikbaar voor alle beoogde functies. Als hier geen rekening mee wordt gehouden liggen onherstelbare gevolgen, zoals het doorsijpelen van ongewenste stoffen naar grond- en drinkwater en hoge faalkosten voor ontwikkelingsprojecten op de loer.
- Bodemsanering. Het grootste deel van de bodemsaneringen die in 2015 bekend was is inmiddels afgerond of in afrondende fase. De provincie blijft, ook onder de Omgevingswet, verantwoordelijk voor de nazorg en mogelijke milieugevolgen van deze locaties.
- De situatie rond de verschillende verontreinigende stoffen die we in het Gelderse milieu aantreffen en die van invloed zijn op de gezondheid van mens, dier en natuur, verandert door de tijd. De belangrijkste bekende verontreinigingsbronnen worden gemonitord. Deze bevinden zich onder andere in landbouw, industrie, verkeer en woningen. Voor een aantal stoffen zijn normen vastgesteld. Maar voor veel nieuwe, zogenoemde opkomende, stoffen zijn de effecten, al dan niet in combinatie met andere stoffen op het milieu en gezondheid, niet bekend. Laat staan dat er normen voor vastgesteld zijn. Op het moment dat duidelijk wordt dat een stof schadelijk is, worden alsnog normen vastgesteld (bijvoorbeeld voor PFAS, met grote consequenties voor de economie) maar dan is de stof, of combinatie van stoffen, al in het milieu aanwezig. Zo is het in het verleden bijvoorbeeld gegaan met asbest. Eenmaal terecht gekomen in de leefomgeving merken we dat de stof al in zeer kleine hoeveelheden een negatief effect kan hebben op de gezondheid van mens en milieu, waarmee er weer een zeer zorgwekkende stof is bijgekomen. Ze zijn nog niet genormeerd, maar behoeven wel een integrale aanpak. Hier wordt dan ook aan gewerkt.
- Landelijk gebied. We streven naar een vitale bodem, dat is een gezond, duurzaam en robuust bodem- en watersysteem. Robuust zowel in biologisch, chemisch als fysisch opzicht. Het belang hiervan wordt onder meer in het Coalitieakkoord onderstreept. Een goed functionerend systeem zorgt voor een grotere weerbaarheid en minder noodzaak tot toepassing van mest en pesticiden, maar neemt ook veel meer CO2 op. Bodembiodiversiteit is nodig voor behoud van levensprocessen in het algemeen. Maar deze staat onder druk door onder andere verminderde gewasdiversiteit, erosie, bestrijdingsmiddelen- en kunstmestgebruik en verstedelijking. Duurzaam bodemgebruik in het landelijk gebied draagt verder bij aan onze klimaatdoelen.
- Energietransitie. Bodem en ondergrond zijn belangrijk voor provinciale doelen en het beleid van het Gelders Klimaatplan. Voor de energietransitie maken we dat concreet door de potentie van bodemenergie en geothermie in kaart te brengen en zoveel mogelijk voorwaarden te creëren voor het stimuleren van bodemenergie waar dit past naast andere functies in de ondergrond.
3. Geluid en stilte
- (Ernstige) geluidhinder heeft invloed op de gezondheid van de mens. Dit kan zich uiten in ergernis, verstoring van de dagelijkse activiteiten en stressreacties en zelfs in hart- en vaatziekten.
- Provincie Gelderland beheert ongeveer 1.200 kilometer provinciale weg. Er wonen veel mensen langs deze provinciale wegen en zij ondervinden daardoor geluideffect, mogelijk hinder. Er zijn nog circa 3.000 woningen met een te hoog geluidsniveau (van 63 dB of hoger), waarvan circa 29 met een extreem hoge geluidbelasting (70 dB of meer).
- Mensen hebben behoefte aan plekken waar nog rust heerst. Stille groene gebieden kunnen bovendien helpen om te herstellen van stress. Overlast in de stiltegebieden is moeilijk te meten en daarmee niet handhaafbaar. Samen met partners kijken we hoe hiermee om te gaan.
- Rijksinitiatieven zoals het basisnet vervoer gevaarlijke stoffen (Rotterdam-Duitsland) en mogelijk ook vliegveld Lelystad zullen tot extra geluidsbelasting en luchtverontreiniging in Gelderland leiden. Weliswaar binnen de wettelijke normen maar toch een verslechtering en niet conform ons streven naar het halen van de WHO-normen.
4. Omgevingsveiligheid
- In Gelderland zijn locaties waar inwoners risico’s ondervinden door activiteiten van bedrijven en door transportstromen van gevaarlijke stoffen over weg, rail en water en door aardgasleidingen. Deze risico’s zijn in beeld gebracht op de (landelijke) risicokaart die wordt gebruikt bij planontwikkeling en het afgeven van vergunningen.
- De regelgeving onder de Omgevingswet verplicht gemeenten om aandachtsgebieden op te stellen voor brand, explosie of gaswolk. Daar mag dan niet of alleen onder voorwaarden worden gebouwd. Dit geldt ook voor locaties langs het spoor. Dat is een aandachtspunt omdat voor dergelijke locaties nu veel woningbouwplannen worden gemaakt.
5. Gezondheid
- Gezondheid is een heel breed begrip: het raakt alle facetten van de samenleving. De wettelijke taken van provincies op dit thema zijn beperkt tot gezondheid in relatie tot milieu. We richten daarom het vizier op de fysieke leefomgeving van gezondheid. Dat vertaalt zich vooral naar de overige thema’s van het programma. De onderwerpen die niet onder een van die thema’s vallen maar die wel de fysieke leefomgeving raken en om een provinciale bijdrage vragen zijn de onderwerpen die wij onder dit thema oppakken.
6. Licht en donkerte
- Voor lichtgebruik zijn er wel uitgangspunten afgesproken, maar geen te realiseren normen. We vinden het wel belangrijk zo min mogelijk kunstlicht te gebruiken, maar ontwikkelen hier geen beleid voor.
- In het kader van wegen zijn er afspraken om zo min mogelijk te verlichten, dit geldt ook voor natuurgebieden. Waar mogelijk en veilig, wordt ’s nachts zo min mogelijk kunstmatig licht gebruikt.
- Ook in het kader van de energietransitie wordt het energieverbruik door (provinciale) lichtbronnen zo klein mogelijk gehouden.
Partners
Een gezonde en veilige leefomgeving wordt bereikt door medewerking van vele partijen. Door de decentralisatie versnippert kennis en kunde, wat kan leiden tot afname van de kwaliteit van de leefomgeving. Dat kunnen we alleen tegengaan door samen te werken met zoveel mogelijk betrokken partijen.
Interne samenwerking
Zie hiervoor onder Ambitieweb voorin dit beleidsprogramma.
Overheden
De verantwoordelijkheid voor de publieke gezondheid en omgevingsveiligheid ligt in eerste instantie bij gemeenten. Zo is de provincie bijvoorbeeld geen bevoegd gezag voor geurbeleid van agrarische bedrijven en komt onder de Omgevingswet de verantwoordelijkheid voor de bodem grotendeels bij gemeenten te liggen. Vooralsnog is de verwachting dat in eerste instantie de aandacht van de gemeenten vooral gericht zal zijn op bodemverontreinigingen. De provincie wil een aanjagende rol blijven oppakken om landbouw- en natuurbodems actief te verbeteren. Want het werken aan gezondheid en een gezondere leefomgeving is veel meer dan ‘publieke gezondheidszorg’: het gaat om beschermen, bevorderen, beter leven, en de basis op orde hebben. Op verschillende terreinen heeft de provincie wettelijke taken en verantwoordelijkheden, die in meer of mindere mate (kunnen) bijdragen aan een gezondere leefomgeving. Er is daarom een nauwe onderlinge samenwerking met partners nodig om voor te zorgen dat beleid en regelgeving goed op elkaar aansluiten. Partijen als GGD en RIVM spelen hierin een rol voor analyse, communicatie en preventie. Omgevingsdiensten en veiligheidsregio’s zijn belangrijke partners op uitvoering (vergunningverlening, toezicht en handhaving) en een belangrijke bron van kennis en ervaring (ook richting gemeenten).
Bedrijfsleven (industrie en landbouw) Belangrijke bronnen voor emissie van stoffen naar lucht en bodem maken deel uit van industrie en landbouw. Door andere bedrijfsvoering, het gebruiken van de best beschikbare technieken en innovaties kan de uitstoot verminderd worden en wordt de bedrijfsvoering verduurzaamd. Inwoners Ook inwoners van Gelderland stoten stoffen uit (bijvoorbeeld houtstook) en kunnen hiervan bewust worden zodat ook deze uitstoot vermindert. Ook een andere manier van consumeren en reizen kan effect hebben. Deze verschillende veroorzakers van uitstoot zijn belangrijke (potentiële) partners in het terugbrengen van schadelijke effecten. De provincie is gezien het schaalniveau waarop zij acteert bij uitstek de verbinder van al deze actoren. Het bij elkaar brengen van die partners en het vormgeven van effectieve samenwerking is belangrijk.
Dit is onze aanpak
Binnen meerdere beleidsdomeinen van de provincie wordt invulling gegeven aan het thema gezonde leefomgeving. Veel effecten worden dan ook bereikt via andere beleidsprogramma’s, door gezondheidseffecten daarin te betrekken en mee te wegen. Zo werken we samen met de beleidsprogramma’s Agrifood en Klimaatadaptatie aan een schone en levende bodem die CO2 vasthoudt en besteden we samen met gemeenten aandacht aan het vervoer, gebruik en opslag van gevaarlijke stoffen. Omdat dit nog niet vanzelfsprekend overal gebeurt willen we de integrale werkwijze met gezonde leefomgeving als uitgangpunt versterken. We geven daarom invulling aan de ontwikkelopgave door gezonde leefomgeving in een eerder stadium bij planvorming te betrekken en de draagkracht van het natuurlijk systeem te agenderen en te benutten in (ruimtelijke) planvorming. Bij gebiedsgerichte ontwikkeling worden in een ontwerpende benadering alle lagen uit het natuurlijke systeem meegenomen in de ruimtelijke afwegingen. Zelf hebben we de wettelijke taak voor vergunningverlening toezicht en handhaving (VTH) voor circa 220 bedrijven. Daarbij worden de instrumenten vergunningverlening en toezicht ook ingezet om met bedrijven en potentiële vervuilers het gesprek aan te gaan over welke maatregelen en activiteiten een positief effect kunnen hebben. Hieronder presenteren we per thema de hoofdlijnen van onze aanpak, op onderwerpniveau. We werken deze voor de kortere termijn verder uit in een Uitvoeringsprogramma, in eerste instantie voor de jaren 2022-2023
1. Luchtkwaliteit en geur
Het thema Luchtkwaliteit en geur focust op twee sporen die elk enkele onderwerpen omvatten. Spoor 1 – Beheersen, bewaken en monitoren
- Geurbeleid
- VTH en monitoring luchtkwaliteit
- Varend ontgassen
- Incidentele milieuvraagstukken en (complexe) vragen en klachten IPO, Bestuurlijke overleggen, Gelders Platform Milieu
Spoor 2 – Schone Lucht Akkoord (SLA)
- Mobiliteit
- Mobiele werktuigen
- Houtstook
- Industrie
- Landbouw
- Internationaal
2. Bodem en ondergrond
Onze bijdrage aan een gezonde bodem hebben we verdeeld in vier sporen waarin weer enkele onderwerpen zijn ondergebracht.
Spoor 1 – Kennis, verbinding, regie en ruimtelijk ordenen ondergrond
- Kennisdeling en stimuleringsregeling gemeenten
- Ruimtelijk ordenen ondergrond en sturend laten zijn van het bodem- en watersysteem bij ruimtelijke ontwikkelingen
Spoor 2 – Waarborgen milieukwaliteit bodem voor gezondheid mensen, ecologie en grondwater
- Wettelijke bodemtaken en uitvoering van bodemsanering en nazorg (hiervoor is Rijksbudget beschikbaar).
- Winning van bouwstoffen/ontgronden en diepe plassen
Spoor 3 – Vitale bodem in het landelijk gebied voor landbouw, natuur en klimaat
- Klimaat
- Landbouw / Agrifood
- Circulair
- Natuur / biodiversiteit
Spoor 4 – Energietransitie
- Onderzoeken potentie aardwarmte in de provincie en informatievoorziening daarover
- Optimaliseren voorwaarden voor het stimuleren van bodemenergie
3. Geluid en stilte
Het thema Geluid en stilte omvat de volgende onderwerpen:
- Uitvoering Actieplan Geluid
- Innovaties geluidsreductie
- Behandelen geluidsklachten
- Implementeren Omgevingswet
- Stiltebeleid
- IPO/Platform Lucht en Geluid/Laagfrequent Geluid
4. Omgevingsveiligheid
Het thema Omgevingsveiligheid omvat de volgende onderwerpen:
- Rol als bevoegd gezag, ook voor beheer Risicokaart, inclusief mandatering aan ODRN
- Beheer beleidsregels
- Ondersteuning OVIJ bij coördinatie kennisnetwerk gemeenten
- Stimuleren gemeenten om omgevingsveiligheid op te nemen in omgevingsplannen
- IPO/VNG
5. Gezondheid
Het thema Gezondheid behelst een aantal onderwerpen die niet goed passen binnen de andere thema’s of die de afzonderlijke thema’s overstijgen:
- Uitvoering motie ‘Verkabelen, een kwestie van doen’
- Uitvoering geven aan milieu-overeenkomst met buurprovincies en Noordrijn-Westfalen
- IPO
6. Licht en donkerte
Zoals gesteld onder ‘Dit is wat we om ons heen zien’ is er geen uitvoeringsprogramma voor het voorkomen van teveel licht opgesteld.
Participatie
We werken nauw samen met andere programma’s binnen onze eigen organisatie, met de Gelderse gemeenten en de zeven Gelderse omgevingsdiensten, zoals in het Gelders Ondergrond Overleg (GOO). Buiten onze provincie nemen we actief deel aan verschillende thematische werkgroepen in IPO-verband en leveren we bijdragen aan de uitvoering van de milieu-overeenkomst met de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen en de provincies Overijssel, Noord-Brabant en Limburg. Uiteraard is er ook veelvuldig afstemming met Rijkswaterstaat en andere organen van het Rijk.
Monitoring
Monitoring is van belang om te weten hoe gezond en veilig de Gelderse leefomgeving is. We monitoren daarom op alle aspecten, waarvan de belangrijkste zijn:
- De Gezondheidsindicator, waarmee we monitoren of het totaal aan maatregelen daadwerkelijk schonere lucht oplevert. Deze indicator meet of de gezondheidseffecten minder negatief worden.
- Via het DPRA project monitoren we de effecten van klimaatadaptatiemaatregelen.
- Via de metingen die de ODRN doet voor lucht, geluid en geur monitoren we de luchtkwaliteit en het voorkomen van geluidsoverlast. Ook komen klachten over geur en geluid bij de omgevingsdienst voor verdere afhandeling (en vastlegging).
- We rapporteren jaarlijks over het aantal (spoed)saneringen en de voortgang daarvan.
- We houden samen met partners de bodemkwaliteitskaart bij.
- We houden samen met partners de risicokaart waar alle veiligheidsrisico’s op staan bij.
- Via jaarverslagen VTH melden we het soort en aantal en de zwaarte van (milieu)overtredingen bij bedrijven onder provinciaal bevoegd gezag.
- We ontwikkelen monitoring van CO2 opslag in de bodem in het kader van het klimaatprogramma.
- We monitoren natuurvriendelijk beheer van bodems in het kader van Agrifood.
Overwogen kan worden om de resultaten van de verschillende monitoringsactiviteiten, waaronder die van VTH, periodiek, bijvoorbeeld jaarlijks, te bundelen in een Monitor Gezonde leefomgeving en deze te relateren aan de doelstellingen van de omgevingsvisie. Zo’n nu nog niet bestaande bundeling zou een beter overzicht geven dan rapportage van de losse indicatoren. En biedt een goede basis voor jaarlijkse discussie over gezonde leefomgeving in Provinciale Staten.
Kadernota Midterm review
In het kader van de Midtermreview is in 2021 de stand van zaken in beeld gebracht ten aanzien van de maatschappelijke effecten voor ‘Gezonde Leefomgeving’. Klik hier om de Kadernota Midterm review te bekijken. Voortschrijdend inzicht voor wat betreft het subdoel Bodem in de tabel op pagina 62 van de Kadernota: Voor dit onderwerp worden de indicatoren verder uitgewerkt in samenhang met het programma agrifood gericht op de aspecten:
- Areaal gezonde landbouwbodems
- Opslag CO2 in hout en/of bodem
- Organische Stofgehalte in de bodem.
Daarbij wordt nog nader bekeken of de eerder opgenomen indicator en streefwaarde de juiste is.
Hoofddoel Een gezonde en veilige leefomgeving: een schone en frisse lucht, een schoon milieu, een niet vervuilde bodem, voldoende schoon en veilig (drink)water, bescherming van onze flora en fauna.
Stand van zaken
Zie uitwerking indicatoren bij subdoelen.
Subdoel (Gezondheid) Een (woon)omgeving die uitnodigt tot bewegen en waar de invloed van de lucht, bodem, geluid positief is zonder negatieve effecten op mens en milieu.
Stand van zaken
Wijze van monitoring (indicator) is in ontwikkeling; onderstaande indicatoren hebben ook zeggingskracht
Subdoel (Bodem) Een gezond, duurzaam en robuust bodem en watersysteem zowel in biologisch (bodemorganismen/landbouw), chemisch (sanering, ZZS een aanpak signaleringsysteem) als fysisch opzicht (grondstromen, hergebruikt grond/circulair geen afvalstromen).
Stand van zaken
Biologisch:
- Indicator: massa bodemorganismen (bacteriën, schimmels, insecten en wormen) 3.000 kg/ha tot 25 cm diepte: doelstelling in 2030 100% van het landbouw areaal nu is dat 3% (afstemming met doelstelling CO2-opslag n.a.v. klimaatplan moet nog plaatsvinden)
Chemisch:
- Indicator: Aantal locaties met indicatie zwaar vervuild/te saneren (Streefwaarde: 0 en aanpak van spoedlocaties binnen 2 jaar): Van de in 2015 bekende locaties is nog 33% in nazorg of uitvoeringsfase. Van de spoed saneringen (die na bijvoorbeeld ongelukken met schadelijke stukken optreden) zijn er van de in 2020 (163) bekende locaties 63 die gesaneerd moeten worden in 2021.
- Hoogwaardig hergebruik van alle in Gelderland vrijkomende grond en slib: uitwerking in statenbrief baggeren, verwerken en bergen.
Fysisch:
- dit gaat vooral over het terugbrengen van hoeveelheid afval en voor indicatoren wordt verwezen naar indicatoren bij het programma circulair.
Subdoel (Geluid)
- Een substantiële vermindering van geluidsoverlast voor de Gelderse inwoners en we zetten in op afname van geluid door wegverkeer op onze provinciale wegen. Nb maatregelen aan de 70+ woningen zijn op basis van vrijwilligheid. Stil asfalt is op basis van de beleidskaders (Actieplan Geluid 2018-2022)
- Bij bescherming van stiltegebieden wordt uitgegaan van ‘stand still’ en niet gestreefd naar vermindering van het geluid.
Stand van zaken
- Aantal woningen met geluidshinder (>70 db op de gevel) (streefwaarde: 33 dB in de woning): stand van zaken 2018. Klik hier voor de tabel Gemiddelde geluid per etmaal
- Dit doel in stiltegebieden is niet te meten. In de aanstaande evaluatie zal hier een nader voorstel op worden ontwikkeld.
Subdoel (Luchtkwaliteit)
Een lucht waar geen stoffen in voorkomen die een negatief effect hebben op gezondheid of milieu: minimaal voldoen aan de WHO normen.
Stand van zaken
Stand van zaken 2019 NO2 (donker is minder goede luchtkwaliteit):
Klik hier voor de kaart Luchtkwaliteit
NB: kleuren zijn nu nog niet in verband gebracht met de ambitie van WHO-normen. Dit vergt nadere ontwikkeling in de monitoring. Overigens, in `Gelderland wordt bijna overal aan de wettelijke grenswaarden voor luchtkwaliteit (gebaseerd op Europese Richtlijn) voldaan, behalve op een paar locaties in Arnhem (verkeer Eusebiusbuitensingel) en in de Foodvalley (fijnstof pluimveehouderijen).
Subdoel (Externe veiligheid)
Alle risicovolle activiteiten in Gelderland zijn in beeld en conform de landelijke wettelijke normen (kans op overlijden zonder bescherming < 1:10^6)
Stand van zaken
Nader overleg met omgevingsdiensten nodig om de volgende indicatoren specifiek voor externe veiligheid te kunnen bepalen:
- aantal overtredingen (streefwaardes: 0, stand van zaken is op dit moment niet te geven omdat geen onderscheid wordt bijgehouden met gewone overtredingen.
- % up to date zijn risico-informatie (100%, stand van zaken is op orde voor zover de vergunningen up to date zijn.
Subdoel (Geur)
Geen geurhinder veroorzaakt door bedrijven onder provinciaal gezag (niet zijnde landbouwactiviteiten)
Stand van zaken
Aantal aandachtsbedrijven waar geur een rol speelt (streefwaarde: 0, stand van zaken: ± 10 (van de 20, met in totaal 220 bedrijven, waar provicnie bevoegd gezag is))