Prioriteiten
We zetten VTH in als instrument om aan onze provinciale taken te werken. Dit houdt in dat we alle vergunningaanvragen afhandelen, en toezicht en handhaving uitvoeren op het (basis)niveau dat uit de risicoanalyses volgt. Het grootste deel van onze tijd besteden we hieraan (zie bijlagen 3 en 4). In ons coalitieakkoord namen we als norm op dat we voor grote bedrijven die veel impact kunnen hebben op hun directe leefomgeving, goede vergunningen hebben in 2023 en dat deze worden nageleefd. Onze ambitie is daarmee groter dan wat in ons VTH-beleid uit 2019 staat. Daarin planden we de benodigde aanpassingen over meer jaren.
Daarnaast hebben we in 2023 de volgende prioriteiten:
- Voorbereiden op en werken volgens de Omgevingswet
- De stikstofproblematiek en de achterstand die hierdoor is ontstaan bij vergunningverlening
- Verbeterslag taakuitvoering
Voorbereiden op en werken volgens de Omgevingswet
Vanaf 1 juli 2023 wordt de Omgevingswet (Ow) waarschijnlijk van kracht. De Ow bundelt de wetgeving en de regels voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. Daarmee is de wet de basis voor de samenhangende benadering van de fysieke leefomgeving. Taken en bevoegdheden worden in principe uitgevoerd door decentrale overheden: gemeenten en waterschappen. Tenzij dan doelen niet worden bereikt of dit niet goed werkt.
Het voorbereidende programma bevat het Omgevingswet-proof maken van zowel de taken die we in onze eigen provinciale organisatie uitvoeren, als van de taken die de omgevingsdiensten voor ons uitvoeren. Daarbij sluiten we aan bij het concernbrede Omgevingswet-implementatietraject, dat onder andere bestaat uit de Omgevingsverordening, beleidsprogramma’s opstellen en projectbesluiten gebruiken. Deze relatie is van belang, omdat de VTH-taken in samenhang met deze instrumenten moeten worden gezien. Zo kunnen we werken aan onze doelen voor de leefomgeving.
De datum waarop de Omgevingswet ingaat is (naar verwachting) 1 juli 2023. In de aanloop daarnaartoe ligt voor wat VTH betreft de nadruk op het afronden van de voorbereidingen en op de invoering van de nieuwe manier van werken vóór die datum. Zo willen we goed en soepel volgens de Omgevingswet gaan werken. Dit bestaat in hoofdlijnen uit:
- omzetten van informatie over inrichtingen naar milieubelastende activiteiten (mba's) in de VTH-systemen
- voorbereiden van de overdracht van bedrijven van Gedeputeerde Staten (GS) naar het college van burgemeester en wethouders (B en W) en omgekeerd
- verder uitzoeken welke regels van toepassing zijn bij de bedrijven waarvoor we bevoegd gezag zijn
- verkennen en begeleiden van initiatief en oefenen met ketenpartners en rijkspartijen
- overdragen van bevoegd gezag voor bodemtaken aan de gemeenten
Door de Omgevingswet verandert deels het bevoegd gezag voor complexe bedrijven, bij bodemsaneringen en voor toezicht en handhaving bij activiteiten in grondwaterbeschermingsgebieden. Voor een deel van de bedrijven zijn we dan geen bevoegd gezag meer. Van een klein aantal bedrijven is niet het college van burgemeester en wethouders, maar zijn wij bevoegd gezag. Na de invoering van de Omgevingswet zijn we in totaal voor minder bedrijven bevoegd gezag. Voor een groot deel van onze huidige bodemtaken worden de gemeenten het bevoegd gezag. Hierbij geldt een overgangsregeling waarbij de provincie lopende trajecten nog afhandelt.
Stikstofproblematiek
Landelijk hebben we te maken met een stikstofprobleem. De stikstofuitstoot moet omlaag. Dit geldt ook voor Gelderland. In het advies ‘Wat wel kan’ van Johan Remkes aan het kabinet zien we veel aanknopingspunten met ons Gelderse stikstofbeleid. Onder andere op de volgende punten:
- met prioriteit werken aan een oplossing voor bedrijven die door het wegvallen van stikstofregelgeving buiten hun schuld om in de knel zijn gekomen (PAS-melders)
- álle sectoren moeten bijdragen aan de oplossing van het stikstofvraagstuk
- innovatie stimuleren als onderdeel van de oplossing
In 2023 werken we nog intensiever aan het aanpakken van de stikstofproblematiek in Gelderland. Door de uitspraak van de Raad van State van mei 2019, waarmee het Programma Aanpak Stikstof werd vernietigd, is de werkvoorraad opgelopen. We konden geen vergunningen afgeven, maar de nieuwe aanvragen bleven wel binnenkomen. Een vergunning aanvragen blijkt voor veel aanvragers ingewikkeld. Hierdoor zijn aanvragen niet compleet en zijn we veel tijd kwijt om aanvullende informatie op te vragen.
Door de grote werkvoorraad zijn de mogelijkheden om in te gaan op adviesvragen van initiatiefnemers en hun adviseurs beperkt. Hierdoor kunnen ook de omgevingsvergunningen voor complexe bedrijven, waarover de provinciale afdeling VVHH en de ODRN met elkaar afstemmen, niet op tijd worden afgehandeld.
In de eerste helft van 2022 maakten we een intensieve inhaalslag, geïsoleerd van het reguliere werk. Daarmee hebben we de achterstand van de werkvoorraad vergunningbesluiten Wnb in 2022 grotendeels weggewerkt. We maken in kleinere teams de werkvoorraad inzichtelijk en blijven continue verbeterstappen zetten. Hiermee zijn we vaker in staat wettelijke termijnen te halen. Dit zal in 2023 de werkvoorraad verder terugdringen. We bestendigen deze werkwijze en maken daarmee de werkvoorraad beheersbaar.
In 2022 begonnen we met een effectgerichte aanpak van vergunningverlening. Dat betekent dat de zwaarte van onze toets op aanvragen afhankelijk wordt van het effect op de te beschermen belangen. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat we kiezen voor een verkorte vergunningprocedure, waardoor aanvragen vlotter tot een definitieve beschikking leiden. Deze lijn zetten we door in 2023. Door op deze manier te blijven werken, maken we de werkvoorraad beheersbaar.
Verbeterslag taakuitvoering
Bij de uitvoering van de VTH-taken gaan veel zaken goed. Maar op een aantal onderdelen zijn de prestaties niet goed genoeg. De uitvoerende partijen zijn afgelopen jaren meer in control gekomen en er wordt integraler gewerkt. Voor een integrale voorbereiding van (bestuurs)besluiten moeten alle relevante aspecten van vergunningverlening, toezicht en handhaving, gekoppeld aan Wabo en Wnb, samen in beeld worden gebracht. Zo kan het geheel in één keer goed worden afgewogen. Dit vereist goede samenwerking tussen de betrokken partijen: de ODRA en ODRN, de provinciale afdeling VVHH en het provinciale opdrachtgeversteam. Deze samenwerking is de afgelopen jaren versterkt door het programma Samen Sterk. Door een overzichtelijk dashboard hebben we goed zicht op de bereikte resultaten en de voortgang in de programma’s van Samen Sterk. Tegelijkertijd is er altijd ruimte voor verbetering en zijn de 3 uitvoeringsorganisaties nog niet op gelijke vlieghoogte. 2023 wordt een overbruggingsjaar van Samen Sterk naar het regulier werken. Voor 2023 zijn er de volgende aandachtspunten:
- (her)inrichten structureel gezamenlijk accountoverleg, managementoverleg, bestuurlijk overleg
- onderzoeken verbreding dashboard met reguliere werkzaamheden en de mogelijkheden afstemmen om te komen tot één dashboard voor de 3 uitvoeringsorganisaties
- basis op orde met scherpte op de bestuurlijke context
- (verdere) afstemming over (uniforme) werkwijzen en de borging hiervan
- inzicht in benodigd (strategisch en/of operationeel) beleid ten behoeve van de uitvoering
We willen een verbeterslag maken met de uitvoerende partijen en beter zorgen dat de kwaliteit goed blijft. Onderdelen van de aanpak zijn:
- opdrachtgever-/opdrachtnemerschap versterken
- uitvoeringskracht
- aanpassen cyclisch werken met betrekking tot VTH-jaarstukken 2023
- uitvoering programma’s Aandachtsbedrijven, Complexe vergunningverlening en Complexe handhaving
- goede uitvoering van de VTH-coördinatietaak (zie hoofdstuk Projecten)
We gaan hier kort in op 1 tot en met 3. Die helpen ervoor te zorgen dat we de VTH-taken uitvoeren zoals het moet.
Sterk opdrachtgever-/opdrachtnemerschap in de beleidscyclus
We werken aan de hand van de beleidscyclus, de BIG-8. Sinds 2018 verbeteren we deze beleidscyclus. De afgelopen jaren werkten we er met het programma Samen Sterk aan om de VTH-basis op orde te krijgen en te houden, zoals hierboven beschreven. Vanuit de gedachte dat de beleidscyclus moet worden gesloten is verdere professionalisering nodig.
We moeten de UHS (voorheen VTH-beleid) aanpassen aan de huidige situatie. Door uitstel van de Omgevingswet hebben we dit vooruitgeschoven. In 2022 maakten we een begin ‘in de geest van de Omgevingswet’. We besloten de oude benaming ‘VTH-beleid’ niet meer te gebruiken. Het proces loopt door in 2023. De UHS wordt de basis voor een continu gesprek tussen beleid en uitvoering. We kijken in hoeverre we de instrumenten van VTH kunnen gebruiken om provinciale doelen te bereiken, bijvoorbeeld op het gebied van energie en klimaat. De ODRA, de ODRN en de provinciale afdeling VVHH toetsen of plannen van de provinciale programma’s rondom VTH kunnen worden uitgevoerd en wat ze kosten. Als een plan wordt uitgevoerd, meten we of de verwachte effecten en resultaten ook worden gehaald. Verder willen we meer input krijgen vanuit de praktijk over hoe effectief ons beleid is. Daarover praten de provinciaal opdrachtgever en de uitvoerende partijen in 2023. In 2023 is de eerste versie van de UHS klaar. Deze blijven we, gedurende de vastgestelde periode van 4 jaar updaten als dat nodig is. Zo kunnen we beter inspelen op veranderingen, zoals nieuwe landelijke thema’s en uitstel van de Omgevingswet.
Uitvoeringskracht
De uitvoeringsorganisaties staan op dit moment landelijk sterk in de belangstelling. Het interbestuurlijk programma Versterking VTH-stelsel is opgezet als vervolg op de aanbevelingen van de commissie Van Aartsen. Dit programma onderzoekt hoe de omgevingsdiensten sterk en krachtig (robuust) kunnen worden georganiseerd. Parallel daaraan wordt in Gelderland met het onderzoek Versterking Gelders Stelsel gekeken hoe het Gelders Stelsel kan worden verbeterd. Dit onderzoek wordt VTH-breed uitgevoerd. Hierbij wordt ook de provinciale afdeling VVHH meegenomen. In 2023 werkt de afdeling VVHH eraan dat ze de VTH-taken ook in de toekomst kan uitvoeren. Daarbij is ruimte voor zorg en aandacht voor elkaar. Hiermee wordt er vanuit VVHH gewerkt aan een toekomstbestendige manier van werken.
VTH-jaarstukken 2023
Jaarlijks maken we voor de VTH-uitvoering een uitvoeringsprogramma dat is gebaseerd op onze UHS. Het jaarverslag biedt inzicht in de stand van zaken rondom de uitvoering en in hoeverre we doelen halen. Tot nu toe maken we het uitvoeringsprogramma te laat in het jaar. Daardoor is het UP onvoldoende richtinggevend voor de werkprogramma's van de uitvoerende partijen. We gaan in 2023 eerder aan de slag met het uitvoeringsprogramma 2024. In januari 2023 overlegt het opdrachtgeversteam met de beleidsprogramma’s en de uitvoering over de grotere thema’s. Dit sluit aan bij de aanpassingen van de UHS. Zo kunnen we de inzet van VTH binnen de beleidsprogramma’s vroeger in het jaar bespreken. Later in het jaar sluiten we aan bij de financiële momenten van de provincie binnen de P&C-cyclus.
Het jaarlijkse uitvoeringsprogramma is een belangrijk instrument in de verbinding tussen beleid en uitvoering. Door zo de beleidscyclus te volgen, is er meer ruimte in het proces van het uitvoeringsprogramma van 2023. Daarnaast werken we intensiever samen met betrokken partijen. Daarbij hebben we extra aandacht voor de relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer.