Doelen en prioriteiten
Beleidsdoelen
Onze VTH-taken bestaan grotendeels uit het uitvoeren van landelijke wet- en regelgeving. Deze landelijke kaders leiden tot een uitvoering die (op hoofdlijnen) landelijk hetzelfde is, en een minimaal kwaliteitsniveau waar we aan moeten voldoen. Onze beleidsvrijheid is meestal beperkt tot uitvoeringsbeleid. Halverwege 2019 hebben we ons VTH-beleid vernieuwd. In dit beleidsplan en de Uitvoeringsstrategieën 2017 zijn problemen, risico’s en bestuurlijke ambities onderzocht. Op basis hiervan hebben we beleidskeuzen gemaakt, die kaders stellen aan hoe wie onze VTH-taken uitvoeren. Hieronder schetsen we de algemene doelstellingen voor vergunningverlening en handhaving. Per taakveld kunnen nog aanvullende doelen in het VTH-beleid staan, bijvoorbeeld over het naleefgedrag. Deze bespreken we bij de resultaten per kerntaak.
Doelstelling vergunningverlening
We gaan voor de uitvoering uit van een basisniveau. Kort gezegd bestaat dit voor vergunningverlening uit de taken die de provincie moet uitvoeren volgens de wetten waarvoor zij het bevoegd gezag is. Dit doen we binnen de wettelijke en provinciale kaders. We streven ernaar vergunningen binnen de wettelijke termijn te verlenen met een juridische kwaliteit die standhoudt bij de rechter. We vertalen het coalitieakkoord en de uitvoeringsagenda naar de praktijk door ons te verplaatsen in de positie van de inwoner, het bedrijf of de instelling die een vergunning of ontheffing nodig heeft. Hierbij willen we zorgen voor snelheid, kwaliteit, eenvoud en duidelijkheid.
Doelstelling vergunningverlening Wabo-complexe bedrijven
We toetsen de vergunningen op actualiteit. Vergunningen die niet meer actueel zijn, passen we aan. Het risico van een bedrijf bepaalt hoe vaak de actualiteit van de vergunning wordt getoetst en welk doel we stellen voor het aandeel actuele vergunningen.
Voor de overige vergunningverleningstaken hebben we geen aanvullende doelen vastgesteld.
Doelstelling toezicht en handhaving
Hoofddoelstelling is zorgen voor een verantwoord niveau van toezicht en het naleefgedrag verbeteren. Dit doen we door handhaving vooral in te zetten op de grootste risico’s. Keuzes hieromtrent maken wij in het Uitvoeringsplan. Dit betekent dat activiteiten die risicovol en bestuurlijk of maatschappelijk belangrijk zijn, prioriteit krijgen. Deze prioritering vormt een bestuurlijk gekozen uitgangspunt voor de uitvoering. Zo ontstaat een basisniveau van handhaving. Boven op dit basisniveau kunnen we nog verdere prioriteiten stellen, als gevolg van keuzes binnen en tussen de taakvelden in het provinciale VTH-beleid. Bijvoorbeeld door een wijziging van de wet, een te maken inhaalslag of beleidsambitie. Als dit lopende het jaar van uitvoering van het Uitvoeringsplan aan de orde is zal hier een bestuurlijke keuze in moeten worden gemaakt.
Vanuit onze provinciale wettelijke coördinatierol bevorderen we samenwerking tussen de handhavingspartners in de provincie. Ook zoeken we de samenwerking met andere provincies, vooral met Overijssel.
Doelstelling toezicht en handhaving complexe bedrijven
We hebben de doelstelling voor naleving bij complexe bedrijven uitgewerkt door:
- bedrijven in te delen in 4 risicocategorieën;
- een methode te gebruiken om de naleving bij bedrijven te meten: de KPI-naleefgedrag;
- per risicocategorie doelstellingen voor naleving vast te leggen.
Voor alle bedrijven streven we een goed naleefgedrag na. We spreken van een goed naleefgedrag als een individueel bedrijf 85% of hoger scoort op de KPI-naleefgedrag. We willen dat bedrijven met een hoge prioriteit de vergunning beter naleven. Dit omdat de impact op de omgeving groter is, als deze bedrijven zich niet aan de regels houden. Dit is in het VTH-beleid vertaald naar de volgende doelen:
- tenminste 85% van de bedrijven met zeer hoge prioriteit vertoont een goed naleefgedrag;
- tenminste 80% van de bedrijven met hoge prioriteit vertoont een goed naleefgedrag;
- tenminste 70% van de bedrijven met gemiddelde prioriteit vertoont een goed naleefgedrag;
- tenminste 60% van de bedrijven met lage prioriteit vertoont een goed naleefgedrag.
Voor de overige handhavingstaken hebben we geen aanvullende doelen vastgesteld.
Prioriteiten 2020
In ons uitvoeringsprogramma voor 2021 hebben we prioriteiten aangegeven waaraan we aandacht moeten besteden in 2021, naast onze doelen op het gebied van de VTH-taken.
Vergunningverlening
Voor 2021 hebben we de volgende prioriteiten benoemd:
- voorbereiding op de Omgevingswet (Ow);
- het implementeren/uitwerken van het stikstofdossier;
- verbeterslag taakuitvoering, Samen Sterk (verbeterslag en kwaliteitsborging van de opdrachtgever – opdrachtnemerrelatie met de uitvoerende diensten, de omgevingsdiensten en de provinciale afdeling VVHH).
Prioriteiten vergunningverlening Wabo-complexe bedrijven
In 2019 hebben we samen met het Interprovinciaal Overleg (IPO) ambities en uitvoeringsstrategieën vastgesteld voor Brzo-bedrijven, energiebesparing en zeer zorgwekkende stoffen (ZZS). We passen vergunningen themagewijs aan (een deel wordt aangepast) of integraal (alle nodige aanpassingen worden gedaan). De ODRN werkt programmatisch binnen Samen Sterk om de vergunningen aan te passen. Om te weten of alle vergunningen nog actueel zijn, is het nodig om per bedrijf een actualisatietoets uit te voeren.
We hebben voor vergunningverlening de volgende prioriteiten opgesteld voor 2021:
- de actualisatietoets is uitgevoerd bij alle bedrijven, zodat we een volledig overzicht hebben van de actualiteit van de vergunningen;
- vergunningen actualiseren op het onderdeel energie, zodat alle vergunningen in 2021 op het onderdeel energie actueel zijn;
- de uitstoot van ZZS bij onze bedrijven in kaart brengen en zo nodig de vergunningvoorschriften aanpassen;
- vergunningen aanpassen met het actualisatieprogramma, zodat alle vergunningen in 2023 actueel zijn.
Toezicht en handhaving
Prioriteiten toezicht en handhaving Wabo-complexe bedrijven
In 2020 startten we met de programmatische aanpak. Dit moet leiden tot een betere kwaliteit, gelijkheid en snelheid van toezicht en handhaving. Een programmamanager bij de Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) is verantwoordelijk voor de aansturing van de toezichthouders die bij de omgevingsdiensten werken voor provinciale bedrijven. Deze toezichthouders werken minimaal 60% voor het provinciale programma. De medewerkers van de omgevingsdiensten werken in een medewerkerspool en wisselen kennis en ervaring uit.
We hebben in 2021 de volgende prioriteiten:
- branchegericht toezicht volgens de toezicht- en brancheplannen en afronden van de toezichtplannen, zodat we voor alle bedrijven een plan hebben voor het toezicht in de komende 3 jaar;
- bevorderen dat regels als vanzelfsprekend worden nageleefd via preventie, communicatie en voorlichting;
- doelen bepalen voor toezicht en handhaving en afspraken maken over de op te leveren beleids- en sturingsinformatie;
- toezien op het naleven van energievoorschriften;
- de uitvoering van piket en de strafrechtelijke opvolging van overtredingen bij complexe bedrijven onder verantwoordelijkheid van de ODRA brengen;
- het project Omgevingswet en integraal toezicht dat in 2019 is gestart, afronden.
Kwaliteitsdoelen
De samenleving verwacht dat we VTH professioneel en goed uitvoeren. Daarom gebruiken we de kritische prestatie- indicatoren (KPI’s) om onze prestaties te volgen.
De taken die we zelf uitvoeren
Voor de niet-Wabo-taken zijn de KPI’s: “het binnen de wettelijke termijn besluiten”, “het doen van de begrootte aantal controles” en “op tijd afhandelen van uitgevoerde controles”.
Taken die de omgevingsdiensten uitvoeren Voor de Wabo-taken zijn wettelijke eisen voor de uitvoering vastgesteld. We hebben vastgelegd dat de omgevingsdiensten moeten voldoen aan deze landelijk opgestelde kwaliteitscriteria. In 2019 zijn deze criteria vernieuwd.
De kwaliteitseisen zijn:
- procescriteria, zoals uitvoeringsbeleid en werkprocedures hebben en risicoanalyses doen. Er zijn 19 procescriteria vastgelegd, waaraan het bevoegd gezag en de omgevingsdiensten moeten voldoen;
- eisen aan de kritieke massa. Hieronder wordt verstaan: kennis van, ervaring met en voldoende werk voor medewerkers op specialistische vakgebieden.
We hebben VTH-beleid voor onze taken vastgelegd, zodat voor de bedrijven waarvoor we het bevoegd gezag zijn een gelijke aanpak geldt.
Verantwoording en uitleg
Voor een deel van de kwaliteitscriteria zijn we als provincie, als opdrachtgever, zelf verantwoordelijk. Onder meer voor het VTH-beleid, zorgen voor voldoende middelen voor de uitvoering van dit beleid en rapportage. Voor de meeste onderdelen moeten de omgevingsdiensten aan de criteria voldoen. Zij voeren de taken uit en rapporteren over de stand van zaken in voortgangsrapportages aan ons en in de jaarrekeningen.