Prioriteiten
Onze kerntaken zijn alle vergunningaanvragen afhandelen, en toezicht en handhaving uitvoeren op het (basis)niveau dat uit de risicoanalyses volgt. Het grootste deel van onze tijd besteden we hieraan (zie bijlagen 3 en 4).
Daarnaast hebben we in 2022 de volgende prioriteiten:
- voorbereiden op en werken volgens de Omgevingswet;
- de achterstand bij vergunningverlening wegwerken die werd opgelopen vanwege de stikstofproblematiek;
- verbeterslag taakuitvoering.
voorbereiden op en werken volgens de Omgevingswet
Het programma bevat zowel het Omgevingswet-proof maken van de taken die we in onze eigen provinciale organisatie uitvoeren, als van de taken die we bij de omgevingsdiensten belegd hebben. Daarbij sluiten we aan op het concernbrede Omgevingswet-implementatietraject, dat onder andere bestaat uit de Omgevingsverordening, beleidsprogramma’s opstellen en het hanteren van projectbesluiten. Deze relatie is van belang, omdat de VTH-taken in samenhang met deze instrumenten moeten worden gezien. Zo kunnen we werken aan onze doelen voor de leefomgeving.
In de aanloop naar de (verwachte) inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 juli 2022 ligt voor wat VTH betreft de nadruk op het afronden van de voorbereidingen en op de implementatie vóór die datum. Dit bestaat in hoofdlijnen uit de volgende elementen:
- het in overleg tussen het opdrachtgeversteam en de omgevingsdiensten, uitwerken van enkele kaders. Deze zijn van belang voor de inrichting van de processen waarmee de omgevingsdiensten en de afdeling VVHH de taken uitvoeren;
- het afronden van afspraken rondom verschuivingen in bevoegd gezag en het onderbrengen van nieuwe taken bij 1 of meer omgevingsdiensten;
- het maken van afspraken in de regio’s over advies en instemming;
- het bij de afdeling VVHH inrichten van processen en (automatiserings)systemen, zodat in overeenstemming met de wet- en regelgeving van de Omgevingswet gewerkt kan worden;
- het uitvoeren van enkele pilots;
- het opzetten en uitvoeren van een leer-en ontwikkelprogramma, ter voorbereiding van het werken onder de Omgevingswet.
Door de Omgevingswet verandert het bevoegd gezag bij complexe bedrijven, bij bodemsaneringen en voor toezicht en handhaving bij activiteiten in grondwaterbeschermingsgebieden. Voor een deel van de bedrijven zijn we dan geen bevoegd gezag meer, en van een beperkt aantal bedrijven zijn niet B&W maar we het bevoegd gezag. Na de invoering van de Omgevingswet zijn we per saldo voor minder bedrijven bevoegd gezag. Voor een groot deel van onze bodemtaken worden de gemeenten het bevoegd gezag.
De achterstand bij vergunningverlening Wnb wegwerken
Door de uitspraak van de Raad van State van mei 2019, waarmee het Programma Aanpak Stikstof werd vernietigd, is de werkvoorraad opgelopen. Dit is onder meer veroorzaakt doordat er 8 maanden geen vergunningen konden worden afgegeven (in afwachting van nieuwe beleidsregels en van de aangepaste rekentool Aerius gold een vergunningstop). In die periode zijn echter veel nieuwe aanvragen ingediend en er komen nog steeds veel nieuwe aanvragen binnen. Aanvragers vinden de beleidsregels ingewikkeld, waardoor aanvragen vaak niet compleet zijn en we om aanvullende informatie moeten vragen. Wat vaak eveneens nodig is, wanneer er een nieuwe versie van de rekentool is uitgebracht.
In januari 2021 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in de zaak Logtse Baan. Kern: als er geen significante effecten op soorten, houtopstanden, of voor gebieden (waaronder stikstofdepositie) te verwachten zijn, is er geen vergunningplicht. Veel bedrijven dienen echter nog steeds aanvragen in. Dit komt omdat bedrijven of financiers toch zekerheid vragen. Hierdoor moeten we toetsen of er al of niet sprake is van significante effecten. Daarnaast hebben diverse rechters uitspraak gedaan over emissiearme stalsystemen (luchtwassers, emissiearme vloeren) waardoor we naar onze inschatting in 2022 mogelijk de manier waarop we vergunnen moeten aanpassen. Daarnaast neemt het aantal ingediende zienswijzen aanzienlijk toe. Deze ontwikkelingen maakten het in 2021 onmogelijk om de achterstand geheel weg te werken.
De werkvoorraad is in 2021 wel afgenomen, maar is nog steeds groot. Er is nog steeds sprake van een grote werkvoorraad aanvragen Wnb. Het gaat om een werkvoorraad van zo’n 950 aanvragen, waarvan bij ongeveer 700 stikstof een rol speelt. Dit heeft tot gevolg dat termijnen niet gehaald worden en initiatieven vertraging oplopen. Door de grote werkvoorraad zijn er momenteel maar beperkt mogelijkheden om in te gaan op adviesvragen van initiatiefnemers en hun adviseurs. Dit raakt ook de tijdige afdoening van de omgevingsvergunningen voor complexe bedrijven, waarover de provinciale afdeling VVHH en de ODRN met elkaar afstemmen.
In de eerste helft van 2022 zal een intensieve inhaalslag plaatsvinden, geïsoleerd van het reguliere werk, waardoor de achterstand van de werkvoorraad vergunningbesluiten Wnb medio 2022 is weggewerkt.
Verbeterslag taakuitvoering
We willen een verbeterslag maken met de uitvoerende diensten en kwaliteitsborging verbeteren. Onderdelen van de aanpak zijn:
- Samen Sterk;
- Versterken opdrachtgeverschap;
- Toekomstbestendig werken VVHH;
- Aandacht voor mens en team VVHH;
- Uitvoering programma’s Aandachtsbedrijven, Complexe vergunningverlening en Complexe handhaving;
- Invulling coördinatietaken Provincie voor de Wabo opdrachtgevers in Gelderland;
- Actualisatie VTH beleid(-skader) in 2022.
We gaan hier kort in op 1 tot en met 7, die betrekking hebben op de sturing van de VTH taakuitvoering.
Bij de VTH taakuitvoering gaan veel zaken goed maar op een aantal onderdelen zijn de prestaties niet goed genoeg. De uitvoerende diensten zijn afgelopen jaren meer in control gekomen en er wordt integraler gewerkt. Voor een integrale voorbereiding van (bestuurs-)besluiten moeten alle relevante aspecten van vergunningverlening, toezicht en handhaving, gekoppeld aan Wabo en Wnb, samen in beeld worden gebracht zodat het geheel in één keer goed kan worden afgewogen. Dit vereist adequate samenwerking tussen de betrokken partijen: de omgevingsdiensten, de provinciale VVHH- afdeling en het provinciale opdrachtgeverteam. Versterking van deze samenwerking vindt plaats via de aanpak Samen Sterk en de programma’s binnen die aanpak.
Aanpak Samen Sterk
Het op orde brengen van de basis en intensiveren van de samenwerking tussen de uitvoerende diensten en de provincie als opdrachtgever pakken we op in Samen Sterk. Deze aanpak wordt geleid door een ambtelijke stuurgroep in direct contact met Gedeputeerde Staten. In de stuurgroep komt de gehele VTH uitvoering in de breedte samen, het is een gezamenlijk stuurpunt op het hoogste ambtelijke niveau. Op initiatief van de provincie worden vanuit de stuurgroep de volgende opgaven opgepakt:
- Het op orde brengen van de VTH basis voor provinciale bedrijven. Hiervoor zijn uitgangspunten opgesteld.
- Afspraken over een planmatige, resultaatgerichte en inzichtelijke uitvoering van taken.
- Omgevingsdiensten en de provinciale afdeling VVHH die samenwerken alsof ze 1 organisatie zijn.
- Resultaten worden zichtbaar gemaakt via een dashboard. Hierdoor worden resultaten niet meer handmatig gegenereerd. De monitoring wordt daarmee verbeterd. In 2021 is een eerste versie van het dashboard ontwikkeld. In 2022 zal het dashboard worden afgerond en zicht geven op de voortgang van de uitvoering op meerdere niveaus:
- algemeen, met duidelijke indicatoren die aangeven of en zo ja waar er sprake is van eventuele achterstanden;
- realisatie van reguliere taken en programma’s, aan de hand van kritische prestatie-indicatoren (KPI’s);
- met de mogelijkheid om door te klikken naar bedrijfsniveau, waarbij op het niveau van de individuele inrichting de stand van zaken inzichtelijk is.
Samen Sterk levert voor een belangrijk deel een extra (sturings-)impuls bovenop de reguliere taakuitvoering en -sturing.
Sterk opdrachtgever-opdrachtnemerschap in de beleidscyclus
Zoals in hoofdstuk 2 beschreven werken wij aan de hand van de beleidscyclus. Sinds 2018 wordt ingezet op het verbeteren van deze cyclus. De inhoud via het programma Samen Sterk is ons vertrekpunt waarbij wij er aan werken de basis op orde te krijgen en te houden. Vanuit de gedachte dat de beleidscyclus moet worden gesloten is verdere professionalisering nodig.
Allereerst is het van belang het VTH-beleid te actualiseren. In 2021 stond dit ook op de planning, maar door uitstel van de Omgevingswet is dit verschoven naar 2022. Bij actualisatie van het VTH-beleid kijken we in hoeverre VTH kan worden gebruikt om bredere provinciale doelen te bereiken (bijvoorbeeld op het gebied van energie en klimaat). Bij ODRA, ODRN en de provinciale afdeling VVHH zullen plannen die de provinciale programma’s kennen ten aanzien van VTH, worden getoetst op uitvoerbaarheid en kosten. Als tot uitvoering wordt gekomen zullen we monitoren of de verwachte effecten en resultaten ook inderdaad worden gehaald. Verder willen we meer input krijgen vanuit de praktijk over hoe effectief ons beleid is. Daarover praten de provinciaal opdrachtgever en de uitvoerende organisaties in 2022.
In 2022 worden de resultaten verwacht van een IPO-onderzoek dat de maatschappelijke effecten van onze VTH-uitvoering beter in beeld brengt. Provincie Gelderland is één van de initiatiefnemers. We bekijken de resultaten van dit onderzoek voor Gelderland. Waar mogelijk betrekken we deze bij de uitvoering.
We gaan eerder aan de slag met het Uitvoeringsprogramma van 2023. In januari 2022 gaat het opdrachtgeversteam het gesprek aan met de beleidsprogramma’s over de grotere thema’s. Zo kunnen we de inzet van het VTH-instrumentarium binnen de beleidsprogramma’s vroeger in het jaar bespreken. Later in het jaar sluiten we aan bij de financiële momenten van de provincie binnen de P&C-cyclus.
Het jaarlijkse uitvoeringsprogramma is een belangrijk instrument in de verbinding tussen beleid en uitvoering. Door zo de beleidscyclus te volgen, is er in het proces van het uitvoeringsprogramma van 2022 meer ruimte. Daarnaast wordt er intensiever samengewerkt met betrokken partijen. Daarbij is er extra aandacht voor de relatie opdrachtgever/ opdrachtnemer.
Toekomstbestendig werken
Binnen de afdeling VVHH is behoefte aan een doelmatige uitvoering van de VTH-taken. Daarvoor is transparante sturing en verantwoording op de uitvoering van ons werk nodig. Deze professionaliseringsslag wordt doorgevoerd op basis van een meerjarenplan aangevuld met kennis en inzichten die worden opgedaan in de uitvoeringspraktijk, zoals bij het wegwerken van de achterstand vergunningverlening Wnb.
Het meerjarenplan loopt tot medio 2023 en bestaat uit fases met per fase concrete ambities. Een groot deel van deze ambities betreffen de doorontwikkeling van de bedrijfsvoering. Voorbeelden van activiteiten die horen bij de doorontwikkeling van de bedrijfsvoering zijn het herijken van bestaande kengetallen, een verbetering van de in- en externe informatievoorziening en het optimaliseren van de monitoring op kwantiteit en kwaliteit van het te leveren werk met een koppeling naar het doelbereik. Maar ook wordt aandacht gegeven aan het optimaliseren van het zaaksysteem, en wordt er gewerkt aan verdere digitaliserings- en robotiseringsacties. Andere belangrijke thema’s in het bedoelde meerjarenplan zijn de reeds beschreven prioriteiten ‘het voorbereiden en implementeren van de Omgevingswet’, ‘het wegwerken van de achterstand vergunningverlening Wnb’ en de ‘kwaliteitsborging en inhoudelijke afstemming opdrachtgever-opdrachtnemer’.
Aandacht voor mens en team VVHH De opgave waar de afdeling Vergunningverlening en Handhaving voor staat is groot en de werkdrukgevolgen zijn over de gehele afdeling heen zichtbaar. Een belangrijk aandachtspunt dat als rode draad door de benoemde activiteiten en ambities heenloopt, is de zorg en aandacht voor mens en team. In de basis is dit een punt van aandacht binnen de activiteiten zoals beschreven, maar aanvullend is het belangrijk dat er in 2022 ruimte is voor zowel persoonlijke ontwikkeling als teamontwikkeling.