Woord vooraf
Woord vooraf
Het jaar 2022 was een jaar van overgangen. De mondkapjes verdwenen afgelopen jaar weer min of meer uit het straatbeeld, maar nieuwe uitdagingen dienden zich aan. Uitdagingen die we alleen in samenwerking konden en kunnen aanpakken.
Gastvrij
Niet lang na het aantreden van het kabinet Rutte IV werden we geconfronteerd met iets wat we nooit meer hadden willen meemaken: een oorlog op Europees grondgebied. Al snel leidde dat tot een stroom aan vluchtelingen naar onder andere Nederland en dus ook naar Gelderland. Met de veiligheidsregio's en gemeenten werden snel afspraken gemaakt over opvang en tal van burgers stelden hun huis open voor de oorlogsvluchtelingen. Ook Gelderland betoonde zich weer gastvrij.
Ondertussen kregen we ook de andere effecten van de oorlog in Oekraïne te verwerken, vooral de explosief stijgende energieprijzen. Ze vormden een stimulans voor de energietransitie, maar vele gezinnen kregen torenhoge energierekeningen op de deurmat. Ook de Gelderse politiek spande zich in om de ergste effecten daarvan te dempen. Daar kom ik later nog op terug.
De eerste voorstellen van het kabinet om het stikstofprobleem aan te pakken leidde tot fel verzet onder de boeren, wat zich uitte in omgekeerde vlaggen, demonstraties, wegblokkades en zelfs acties bij de woningen van ministers. Ook het Huis der Provincie in Arnhem kon op boerenbezoek rekenen, een bezoek dat overigens in een goede sfeer verliep.
Stof
Al met al was er genoeg stof voor stevige debatten. Er wordt veel gevraagd van velen. Van agrariërs die leven in onzekerheid, ondernemers die te maken kunnen hebben met terugvallende inkomsten en inwoners met stijgende kosten. Het is dan misschien ook niet zo gek dat uit meerdere peilingen naar voren kwam dat het vertrouwen in de overheid afnam. Er werd vaker en vaker geschreven en gesproken over weer een kloof, of meerdere kloven: tussen Randstad en ‘rest van Nederland’, tussen stad en platteland, tussen theoretisch en praktisch geschoolde mensen, tussen welgestelden en mensen met een lager inkomen; tussen mensen met kapitaal en mensen met een salaris.
Een ander terugkerend woord was ‘polarisatie’. In mijn beleving zit een grote meerderheid van de bevolking helemaal niet te wachten op polarisatie. Dat werd me ook duidelijk tijdens de gesprekken die ik in 2022 weer kon voeren met inwoners. Ter herinnering: erg veel Nederlanders, en dus ook Gelderlanders, hebben zich afgewend van de politiek en de overheid. Ik had me voorgenomen 210 van deze Gelderlanders te spreken, om te horen wat ze beweegt. Door de covid-beperkingen kon dat lange tijd niet, maar inmiddels heb ik 130 Gelderlanders hierover gesproken.
Daarbij kwamen enkele klachten telkens terug: veel mensen ervaren de overheid als ondoordringbaar en onbereikbaar. We hebben wel klachtenlijnen en digitale loketten maar mensen willen het liefst gewoon mensen spreken.
Ook het taalgebruik creëert afstand. We gebruiken veel te veel jargon, dat alleen voor ingewijden te doorgronden is.
Verbinden
Ontmoeten en verbinden staan centraal in mijn werk als commissaris van de Koning. Daarom leg ik ieder jaar werkbezoeken af aan gemeenten om thema's als (regionale) samenwerking, integriteit en omgangsvormen te bespreken. Daarnaast begeleid ik de leden van het Koninklijk Huis wanneer zij in Gelderland zijn. Het is ook een bijzonder onderdeel van mijn ambt om vieringen en herdenkingen bij te mogen wonen.
Door samen te vieren en herdenken kleuren wij een samenleving in en versterken de onderlinge samenhang. Dat hebben we nodig, want alleen samen kunnen we de opgaven aan. Dat hebben we in Gelderland in 2022 ook weer laten zien.