Regionale waterkeringen
Gebied regionale waterkeringen
Samen met onze partners werken we aan veilige regionale waterkeringen in Gelderland en dragen we bij aan de doelen van de Europese Richtlijn Overstromingsrisico’s (ROR). Deze keringen:
- bieden bescherming tegen overstromingen uit het regionale watersysteem (bijvoorbeeld kades langs de Berkel en Eefsebeek); of
- beschermen tegen water uit het hoofdwatersysteem (bijvoorbeeld Zomerkade Tuindorp); of
- beperken de gevolgen bij doorbraak vanuit het hoofdwatersysteem (bijvoorbeeld Lingedijken); of
- moeten behouden blijven vanwege een mogelijke toekomstige functie (bijvoorbeeld keringen in het Rijnstrangengebied).
We leggen de omgevingswaarden (veiligheidsnormen) voor regionale waterkeringen vast in onze Omgevingsverordening. De waterschappen beheren deze keringen en toetsen tot en met 2024 voor de 2e keer of deze aan de veiligheidsnormen voldoen. Ze brengen hierover verslag uit aan ons, onder andere via de jaarlijkse voortgangsrapportages. We hebben hierover al afspraken gemaakt met ieder waterschap. Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor de regionale waterkeringen langs de grote kanalen in Gelderland (Amsterdam-Rijnkanaal, Twentekanaal, Maas-Waalkanaal). We dragen met kennis en geld bij aan het landelijke Ontwikkelingsprogramma Regionale Keringen van de STOWA.
Met wie:
waterschappen, Rijkswaterstaat, provincies en STOWA. Op deze manier werken we aan onze opgaven voor hoogwaterveiligheid en aan het realiseren van de ambities voor klimaatadaptatie, bereikbaarheid en voor het economisch vestigingsklimaat en het woon- en leefklimaat uit onze Omgevingsvisie Gaaf Gelderland.
Rol:
- Reguleren en regisseren: kadersteller, toezichthouder (bijvoorbeeld vastleggen en controleren veiligheidsnormen).
- Stimuleren en mogelijk maken: als partner agenderen en bijdragen aan kennisontwikkeling.
Acties/maatregelen:
- Waar nodig vastleggen/bijwerken van maatgevende hoogwaterstanden.
- Vaststellen van (STOWA-)leidraden en richtlijnen om de toestand van de regionale keringen te toetsen aan de omgevingswaarden.
- Beoordelen van de toetsrapportages van de 2e toetsronde door de waterschappen.
- Toezien op naleving van de afspraken uit de uitvoeringsbesluiten: veiligheid controleren via regelmatige veiligheidsrapportages en voortgangsgesprekken.
- Afspraken maken met waterschappen over vervolgacties en/of dijkversterking voor keringen die na de 2e toetsronde niet aan de omgevingswaarde (veiligheidsnorm) blijken te voldoen.
- Bijdragen (met geld en personeel) aan kennisontwikkeling in het Ontwikkelingsprogramma Regionale Keringen van de STOWA, om de middelen waarmee we toetsen en ontwerpen te verbeteren.
- Herijken omgevingswaarde regionale keringen (Omgevingsverordening) als voortschrijdend inzicht of nieuw beleid daartoe aanleiding geeft.