Nederrijn-Lek en Pannerdensch Kanaal
Belangrijkste opgaven
Toekomstbestendig, robuust en schoon riviersysteem
- dijkversterkingsopgaven (HWBP)
- rivierverruiming en aanpak bodemerosie Pannerdensch Kanaal (IRM)
- zoetwaterbeschikbaarheid Gelderse Vallei en Betuwe
Netwerk natuur en scheepvaart
- natuuropgaven Gelderse Poort, uiterwaarden als natuurcorridor
- laagdynamische en kwelnatuur (overstromingsvlakten) langs gestuwde Nederrijn-Lek, in combinatie met delfstoffenwinning
- natuurgradiënt Veluwe en verbinding Betuwe (Linge) en Gelderse Vallei (Valleikanaal/Grift)
- scheepvaart passeerbaarheid stuw Driel en energie
- duurzame havenontwikkeling, energietransitie Arnhem, Wageningen
Landschapspark
- blauw-groen raamwerk Groene Metropoolregio, relatie met Park Lingezegen en rivierpark Meinerswijk
- ontlasting recreactieve druk Veluwe
- transitie landbouw
- kwaliteit stadsfronten Arnhem, Wageningen dorpen en steden in verbinding met uiterwaarden
- militaire linies (Limes, NHW, Grebbelinie, IJssellinie)
- ontwikkeling hoogwatervrije terreinen
Ontwikkel een toekomstbestendig, robuust en schoon riviersysteem
De Nederrijn-Lek is een gestuwde rivier. Ruimte geven aan natuurlijke rivierdynamiek zal dan ook binnen de kaders van het functioneren van de stuwen gebeuren. Het Pannerdensch Kanaal vormt samen met de stuwen in de Nederrijn-Lek het regelwerk van de Rijntakken. Hier wordt de Rijnafvoer verdeeld over Waal, IJssel en Nederrijn. Besluitvorming op riviersysteemniveau over de inzet en het bereik van de regelwerken (zoals stuw Driel) voor de afvoerverdeling bij gemiddeld hoog- en laagwater heeft lokaal een groot effect. Als provincie vragen we binnen deze besluitvorming aandacht voor duurzame keuzes voor het bodem- en watersysteem, de bereikbaarheid van onze havens en de effecten op de leefomgeving. Met deze effecten bedoelen we bijvoorbeeld droogte in relatie tot natuur, landbouw, voldoende zoetwater en stabiliteit van woningen. Dit zijn ook onze aandachtspunten bij het gesprek binnen IRM over de aanpak van de bodemerosie.
Voor de zoetwaterbeschikbaarheid is de aanvoer van water naar de Betuwe via de Boven-Linge en via het Valleikanaal naar de Gelderse Vallei belangrijk. We participeren in een studie naar kansen voor herinrichting van de Boven-Linge. Dit doen we niet alleen voor het watersysteem, maar in combinatie met het ontwikkelen van biodiversiteit, een robuuste landschapsstructuur en recreatieve routes.
Met tientallen kilometers dijkversterking in de periode tot 2050 wordt deze riviertak hoogwaterveilig gemaakt. Als provincie toetsen we op behoud en ontwikkeling van de kwaliteit van de leefomgeving bij deze grote ingrepen. Specifieke dilemma’s liggen op de locaties waar veel woningen dicht aan de dijk liggen, zeker in de regio Arnhem-Nijmegen. Hier is binnenwaartse dijkversterking lastig, terwijl buitendijkse versterking conflicteert met afvoercapaciteit en met natuurwaarden. Rivierverruiming en aanleg van extra natuur biedt hiervoor oplossingen. Als provincie vragen we om een integrale benadering van rivierverruiming om ruimtelijke kwaliteit te realiseren. Een toekomstbestendig riviersysteem langs deze riviertak vraagt ook een langetermijnvisie op meerlaagsveiligheid in de Groene Metropoolregio (Kop van de Betuwe en de Gelderse Vallei). Welk groenblauw raamwerk hebben we binnendijks in de toekomst nodig voor overstromingsbestendigheid? En hoe kunnen we dit optimaal combineren met andere opgaven en kansen? Het is van belang om het aspect van meerlaagsveiligheid te betrekken bij keuzes in de verstedelijkingsstrategie om spijtmaatregelen te voorkomen.
Ontwikkel rivieren als natuur- en scheepvaartnetwerk
Het ontwikkelen van een toekomstbestendig bodem- en watersysteem legt een duurzame ondergrond voor onze biodiversiteitsopgave. Langs het Pannerdensch Kanaal en de Nederrijn-Lek ontwikkelen we nieuwe natuur en investeren we in kwaliteitsimpulsen. Als provincie zien we het als opgave om de lage rivierdynamiek van de Nederijn te benutten voor het ontwikkelen van specifieke natuurwaarden met overstromingsvlakten en kwelgeulen. Zo onderscheidt de Nederrijn zich van de ongestuwde rivieren. Er zijn twee belangrijke vraagstukken voor het natuurnetwerk langs deze riviertak. Ten eerste de omgang met de landbouwgebieden langs het Pannerdensch Kanaal en op de zuidoever van de Nederrijn-Lek. Ten tweede de omgang met delfstoffenwinning. Langs het Pannerdensch Kanaal staat de grote rol van de landbouw op gespannen voet met natuurontwikkelingsambities van de Gelderse Poort. Hier staan we voor de opgave om de transitie naar natuurinclusieve landbouw te maken of nieuwe natuur in te richten. Op de zuidoever van de Nederrijn-Lek liggen kansen voor aanleg van overstromingsvlaktes ter versterking van de natuurcorridorfunctie. Maar dit staat op gespannen voet met reguliere agrarische bedrijfsvoering. Ook delfstoffenwinning conflicteert met de landbouw in de uiterwaarden. De aanleg van nieuwe natuur conflicteert met de afvoer tijdens hoogwater, zeker wanneer het gaat om ooibos. Om dit mogelijk te maken is vaak extra ruimte voor de rivier nodig.
Groeiend knelpunt is de stedelijk-recreatieve druk op de natuurgebieden, zeker in de Groene Metropoolregio. De strenge voorwaarden aan natuurgebieden gaan niet samen met de groeiende behoefte aan stedelijke uitloop. Een samenhangende aanpak van de inrichting van de uiterwaarden met een goede zonering moet hiervoor oplossingen bieden. Met daarnaast de strategische keuze om groen areaal te vergroten waardoor gebieden (met minder kwetsbare natuurwaarden) bij de steden voor recreatie kunnen worden ingericht.
Voor het optimaliseren van de natuurverbindingen met de Veluwe liggen er kansen bij de Renkumse en Heelsumse beken. Ook liggen we kansen bij de inrichtingsmaatregelen in uiterwaarden langs de Veluwezoom. Daarnaast is de landschapsvisie Slijpbeekpark (Oosterbeek) een kans voor de verbinding Rijn-Veluwe. Voor de verbinding met de Betuwe zien wij mogelijkheden voor het optimaliseren van de Boven-Linge. Extra groen en bomen (aanvullend op het GNN) verhogen de biodiversiteit en kan de druk op natuurgebieden ontlasten.
Voor de toekomstbestendigheid van ons scheepvaartnetwerk is de blijvende bevaarheidheid van het Pannerdensch Kanaal belangrijk voor de verbinding Bovenrijn-Waal met de IJssel en de Nederrijn-Lek. Dit houdt onze havens langs de IJssel en de havens van Arnhem en Wageningen langs de Nederrijn toegankelijk. Bij de Nederrijn-Lek speelt ook de passeerbaarheid van de stuwen. Duurzame doorontwikkeling van de haven van Wageningen is belangrijk voor de verbinding met Foodvalley (agrologistiek).

Ensemble van dijk, bebouwing en strang in de Rijswaard (foto Waterschap Rivierenland)
Ontwikkelen rivieren als landschapspark
In de Kop van de Betuwe zien wij de uiterwaarden van het Pannerdensch Kanaal en het begin van de Benedenrijn als landschapspark voor de groeiende metropoolregio. Het is een welkome aanvulling op landschapspark Meinerswijk en Park Lingezegen. De recreatieve ontwikkeling van de uiterwaarden moet samengaan met de natuurontwikkelingsambities van de Gelderse Poort. Belangrijkste vraagstukken zijn hier het spanningsveld tussen natuurwaarden en de recreatieve druk, de aanleg van extra groengebieden, de strategie rond de intensieve landbouwgronden en de financiering van de recreatieve voorzieningen. Het is belangrijk de rivierparkgedachte uit te werken als samenhangend onderdeel van het groenblauwe netwerk van de Groene Metropoolregio. Bij Wageningen investeren wij in de uiterwaarden in aanleg van natuur en als recreatief uitloopgebied met zwemmogelijkheden. Dit doen we in het kader van het project Grebbedijk.
In de stedelijke gebieden gaat het naast de ontsluiting van de uiterwaarden als rivierpark ook om de ontwikkeling van de kwaliteit van stadsfronten. Bij de Rijnkade Arnhem investeren wij in de openbare ruimte van de kadeversterking. Bij Wageningen liggen er op de langere termijn kansen voor de stad om het havenfront stedenbouwkundig verder te ontwikkelen. Tussen de stedelijke regio’s liggen de meer luwe delen van de Nederrijn-Lek. Hier is de ontwikkeling van het landschapspark minder intensief. We zien kansen voor het stimuleren van langeafstandsfietsroutes over de dijken (in de dijkversterkingsprojecten) en de aanleg van struinpaden met belevingsplekken in de uiterwaarden, zoals in natuurontwikkelings- en delfstofwinningsprojecten.


Ontwikkel met kwaliteit en eigenheid
De Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug raken aan de Nederrijn. Het is een uniek panorama. De grote, bosrijke stuwwallen gaan over in de vlakte van de rivier en het daarachter gelegen lage, vlakke land van de Betuwe. Het is een rustige rivier. Door de stuwen is er een lage rivierdynamiek met een enorme botanische rijkdom. Het grootste deel van de omgeving van de Nederrijn en de Lek is groen. Het bestaat uit natuur en landbouw, afgewisseld met een reeks aan kleine en middelgrote dorpen en steden op de oever. In het oosten, bij het Pannerdensch Kanaal, is het drukker, dynamischer en stedelijker. De kernkwaliteiten van de Nederrijn-Lek laten zich samenvatten als een getemde, verstilde en romantische rivier met een lage dynamiek en een unieke samenkomst van landschappen. Erfgoed, zoals de UNESCO Hollandse Waterlinies en Limes, geeft eigenheid aan de rivier. Deze kernkwaliteiten zijn richtinggevend voor de omgang met nieuwe ontwikkelingen. De stedelijke druk vraagt om de ontwikkeling van nieuwe kwaliteiten.
Kansen voor gebiedsgerichte, integrale aanpak
We stimuleren een gebiedsgerichte, integrale aanpak in een aantal gebieden, omdat een gecombineerde aanpak hier leidt tot een betere en snellere realisatie van de opgaven. Het gaat om de Kop van de Betuwe, de zuidelijke Veluweflank met de Rosandepolder en de Renkumse uiterwaarden, Grebbedijk en Randwijksewaard-Maneswaard-Wolfswaard. Vanwege de grote historische waarde vraagt de beleving van UNESCO Romeinse Limes aandacht; de Nederrijn als grensrivier van het Romeinse Rijk. Daarnaast vragen de hoogwatervrije terreinen om een nadere uitwerking voor de benutting van herbestemmingskansen.

