1. Visie en beleid
Visie en beleid
Gemeente als opdrachtgever
De gemeente kan als opdrachtgever in haar visie en beleidsplannen voorwaarden/eisen stellen voor:
- Het ontwerp van gebieden
- De te realiseren eigen huisvesting
- De circulariteit van de nieuwbouw
- De biodiversiteit en klimaatadaptatie
- Diversiteit van woningconcepten (in functie en uiterlijk) en eigenheid
Gemeente als vergunningverlener
Daar waar de gemeente geen eigenaar van de grond is maar wel vergunningverlener is, kan de gemeente voorwaarden stellen:
- In de bestemmingsplannen (vanaf 2022/2023 omgevingsplannen)
- In de anterieure overeenkomst indien bestemmingsplan moet worden gewijzigd (zie Contract)
Gemeente als samenwerkingspartner
De gemeente kan in verschillende situaties (o.a. wanneer de gemeente geen opdrachtgever en/of vergunningverlener is) conceptueel en circulair stimuleren door:
- Samenwerkingsmogelijkheden met externe stakeholders
- Prestatieafspraken met woningcorporaties en huurdersorganisaties
- Financiële instrumentarium om gewenste ontwikkelingen te belonen
- Stimuleren van kennisdeling en data delen over materialen en materiaalstromen in samenwerking met kennisinstellingen, koplopers en experts
- Verbinding met de markt om vraag en aanbod van (hergebruikte en hernieuwbare) materialen te bevorderen, zodat de bestaande nichemarkten kunnen worden uitgebreid om de kringlopen binnen de bouw te sluiten. Delen van circulaire lessen en successen.
Omgevingswet
De omgevingswet zal naar verwachting per 1 januari 2023 ingaan. Zie ook: omgevingswet uitstel. Binnen de Omgevingswet is geregeld dat overheden een Omgevingsvisie moeten vaststellen. Het opnemen van voorwaarden voor Circulaire Woningconcepten voor eigen ontwikkelingen of ontwikkelingen van derden, past heel goed in de omgevingsvisie.
Rapport Circulair Bouwen stimuleren met Omgevingswet
In het Rapport Circulair bouwen stimuleren met de Omgevingswet staat aangegeven:
- Hoe je de instrumenten uit de Omgevingswet kunt inzetten om marktpartijen te stimuleren nieuwe woningen circulair te bouwen
- Wat een praktische werkwijze is om maximale impact te realiseren op gebied van circulair bouwen met de beschikbare instrumenten
- Voorbeelden hoe de verschillende instrumenten zouden kunnen werken om circulair bouwen te stimuleren.
De 6 kerninstrumenten van de Omgevingswet zijn:
- De omgevingsvisie;
- Het programma;
- Het omgevingsplan;
- De algemene rijksregels (in 4 Algemene Maatregelen van Bestuur);
- De omgevingsvergunning;
- Het projectbesluit.
Figuur: De verschillende instrumenten die de gemeente heeft om te sturen op circulair bouwen.
In het Rapport Circulair Bouwen stimuleren met Omgevingswet staan de verschillende stappen die de gemeente kan nemen om te komen tot een passend beleid en regelgeving op oa het gebied van circulair bouwen en circulaire woningconcepten. De 10 stappen die hierin genomen kunnen worden zijn:
- Breng huidige situatie en gewenste ontwikkelrichting in kaart
- Onderzoek waar de knelpunten zitten voor de gewenste ontwikkelrichting
- Formuleer een gewenste oplossingsrichgting
- Zorg voor draagvlak bij het hogere management
- Zorg voor breed draagvlak bij collega’s en externe stakeholders
- Onderzoek mogelijke invulling en de effectiviteit van de instrumenten
- Redeneer terug in de beleidscyclus
- Organiseer een botsproef
- Werk de instrumenten uit en indien van toepassing: leg in de juiste basis
- Pas toe, monitor en evalueer
Omgevingsvisie
- In de Omgevingsvisie opnemen dat ivm de versnelling en verduurzamingsopgave bij xx percentage van de nieuwbouw uitgegaan wordt van circulaire woningconcepten
In de Omgevingsvisie kunnen gemeenten eisen stellen op onder andere het energie- en materiaalgebruik en kunnen zij duurzaam dubbelgebruik en diversiteit stimuleren. Het stellen van specifieke prestaties in plaats van prestatie-eisen geeft het risico dat deze niet binnen standaard woningconcepten passen. Prestaties op wat en waarom in plaats van op hoe zijn daarom gewenst, zodat er bij de planoriëntatie voldoende keuze blijft voor verschillende concepten.
Afwegingskader
Een goede omgevingsvisie staat of valt met het maken van keuzes die goed te motiveren zijn en het afwegen van alle betrokken belangen. Voor het maken van transparante afwegingen binnen de omgevingsvisie, is het van belang dat de gemeente al vroeg in het proces algemene principes bepaalt. Dit geldt voor het afwegen van verschillende scenario’s voor de omgevingsvisie zelf, maar ook voor afwegingen die de gemeente later zal maken ten aanzien van concrete, meer ingrijpende of complexe initiatieven in de leefomgeving.
De handreiking VNG helpt gemeenten in het proces van afwegingen. Voor onder andere de gebouwde omgeving zijn ambities opgenomen en bijbehorende actierichtingen die noodzakelijk zijn om de circulaire doelen voor 2030 en 2050 te halen.
Voorbeelden:
Omgevingsvisie (voorlopige) Omgevingsvisie Arnhem
Global Goals
Er kunnen meerdere perspectieven worden gebruikt om een afwegingskader op te stellen. Het afwegingskader dat de VNG beschrijft is gebaseerd op de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties, de Sustainable Development Goals (Global Goals). Het (integrale) omgevingsbeleid is een belangrijk instrument om de Global Goals te realiseren. Maar omgekeerd geldt ook dat de Global Goals een waardevol hulpmiddel kunnen zijn om tot een brede en gedragen omgevingsvisie te komen.
Coalitieprogramma
In het coalitieprogramma van de gemeente kunnen ook ambities op het gebied van circulariteit opgenomen worden
Voorbeeld:
Woonvisie
- Circulaire woningconcepten opnemen in woonvisie
- Woonvisies opnemen in omgevingsvisie
Circulaire woningconcepten worden nog niet vaak opgenomen in de Woonvisies van gemeenten. Gemeenten kunnen de bestaande Woonvisies opnemen in de omgevingsvisie. Hierdoor krijgen de Woonvisies een meer juridische status.
Voorbeelden:
Omgevingsplan
- Opnemen percentage gewenste circulaire woningconcepten bij nieuwbouw
Met de invoering van de omgevingsvisie, zullen ook omgevingsplannen ingevoerd worden. Het omgevingsplan vervangt bij de invoering van de Omgevingswet het geldende bestemmingsplan en de beheers verordening uit de Wet ruimtelijke ordening. Het omgevingsplan biedt goede kansen om op lokaal niveau in gebieden en bij gebouwen eisen te stellen op het gebied van duurzaamheid en dus ook voor Circulaire Woningconcepten. In de ontwikkelplannen en ruimtelijk/functioneel kader van de gemeente kan voor een gebied of wijk specifieke randvoorwaarden worden gesteld. Er zijn nog vrijwel geen gemeenten die dit gebruiken om kaders en voorwaarden voor circulaire woningconcepten te stellen.
Voorbeeld:
Overeenkomsten
- Opnemen waar en hoeveel circulaire woningconcepten gerealiseerd moeten worden
In een regionale woonagenda, regiodeal en/ of woondeal kunnen afspraken gemaakt worden over kaders voor circulaire woningconcepten.
voorbeelden:
Regionale Woonagenda Rivierenland
Regionale stimuleringsprogramma’s
Er zijn diverse regionale programma’s, zoals #zetdewoningbouwaan (Zuid-Holland), waar partijen worden gestimuleerd om industriële woningbouw te realiseren. Dit programma heeft vier gemeenten opgeleverd die geïnteresseerd zijn in industriële woningbouw: Delft, Zoetermeer, Dordrecht en Barendrecht. #zetdewoningbouwaan wordt uitgevoerd door de Bouwcampus en de Verstedelijkingsalliantie, op initiatief van de Provincie Zuid-Holland.
Samenwerkingspartner
- SMART afspraken over circulaire woningconcepten opnemen in prestatieafspraken met woningcorporaties en huurdersorganisaties
- Financiële instrumenten inzetten om toepassingen van circulaire woningconcepten te belonen
- Stimuleren van kennisdeling en data over materialen en materiaalstromen in samenwerking met kennisinstellingen, koplopers en experts
Naast opdrachtgever en vergunningverlener kunnen gemeenten de rol als samenwerkingspartner op zich nemen.
Prestatieafspraken
Een ander soort sturingsmechanisme op het gebied van duurzaamheid wat kan worden gebruikt door gemeenten- woningcorporaties en huurdersorganisaties zijn prestatieafspraken. Regulier worden er prestatieafspraken gemaakt tussen gemeente, woningcorporatie(s) en huurdersorganisatie(s). Ambities op het gebied van duurzaamheid en versnelling van de woonopgave worden vaak al opgenomen in prestatieafspraken. Deze prestatieafspraken zouden echter nog veel concreter en SMART gemaakt kunnen worden. Bijvoorbeeld op basis van Het Nieuwe Normaal van BZK en Cirkelstad, zoals:
- Maximale schaduwkosten (HNN = 0,75),
- Het aandeel van materialen met een biobased herkomst (HNN =30%)
- Get percentage hergebruik vs gerecycled vs gestort of verbrand materiaal aan het einde van de levensduur (HNN >30% vs 0-70% vs <15%)
- De losmaakbaarheidsindex (HNN=0,4)
- De indelingsflexibiliteit (HNN=30%),
- Het percentage materialen dat volledig vrij is van toxische materialen (HNN=90%)
- Het percentage reductie energievraag (HNN=25%),
- De duurzame opwekking van energie (HNN=NoM)
- Het percentage reductie drinkwaterverbruik (HNN=25%)
- Het percentage gebruik regen- en grijswater (HNN=30%)
Voorbeelden:
Handreiking (circulaire) prestatieafspraken
Prestatieafspraken gemeente Putten
Prestatieafspraken gemeente Nijmegen
Andere sturingsmechanismen op duurzaamheid en versnelling woningbouw met de gemeente als samenwerkingspartner zijn mogelijk als:
- Samenwerkingsmogelijkheden met externe stakeholders.
- Financiële instrumentarium om gewenste ontwikkelingen te belonen.
- Stimuleren van kennisdeling en data delen over materialen en materiaalstromen in samenwerking met kennisinstellingen, koplopers en experts.
- Verbinding met de markt om vraag en aanbod van (hergebruikte en hernieuwbare) materialen te bevorderen, zodat de bestaande nichemarkten kunnen worden uitgebreid om de kringlopen binnen de bouw te sluiten. Delen van circulaire lessen en successen.
Voorbeelden: