Samenvatting
Gedeputeerde Staten zijn bevoegd gezag voor verschillende taken van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH). Dit betekent dat Gedeputeerde Staten (GS) vergunningen verlenen, toezien op de naleving van wetten en indien nodig zorgen voor handhaving bij bedrijven en organisaties waarvoor zij bevoegd gezag zijn. Het doel is een gezonde leefomgeving. Dat wil zeggen: een omgeving waar de druk op de gezondheid zo laag mogelijk is. Wij vinden dat een gezonde leefomgeving per definitie een veilige fysieke leefomgeving is. Met VTH dragen we bij aan deze gezonde leefomgeving. GS hebben de VTH-taken waarvoor zij bevoegd gezag zijn voor een deel belegd bij de Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) en Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN). Het andere deel wordt intern uitgevoerd door de afdeling VTH.
Het VTH-beleid is de basis om onze taken voor vergunningverlening, toezicht en handhaving goed uit te voeren. Het VTH-beleid beschrijft wat we gaan doen, welke doelen we stellen en welke keuzes we maken (prioriteiten). We zijn bezig met het actualiseren van het VTH-beleid, dat in 2019 is vastgesteld. Onder de Omgevingswet heet dit uitvoerings- en handhavingsstrategie (UHS).
Het VTH-beleid werken we jaarlijks uit in een uitvoeringsprogramma (UP). Aangezien de nieuwe UHS nog niet is vastgesteld, is het Uitvoeringsprogramma 2024 gebaseerd op het VTH-beleid van 2019. In het UP staat welke van de vastgestelde activiteiten we het komende jaar uitvoeren, waarbij we rekening houden met de gestelde doelen en prioriteiten. De uitvoerende partijen werken het UP uit in werkprogramma’s.
Onze aanpak zorgt ervoor dat de meest risicovolle activiteiten ook de meeste aandacht krijgen. Daar waar de uitvoering beter moet, hebben we verbeteracties in het programma opgenomen. We werken volgens de beleids- en uitvoeringscyclus, de BIG-8. Hierin worden beleid en uitvoering met elkaar verbonden. Het UP is een onderdeel van deze cyclus. Het neemt een centrale plaats in. Ons VTH-beleid (straks UHS) en de resultaten van monitoring en evaluatie (opgenomen in het jaarverslag) zijn input voor dit UP. Het UP wordt uitgevoerd door de Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA), de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN) en onze eigen afdeling Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH). De uitvoerende partijen werken intensief samen.
De basisopgave is alle aanvragen voor vergunningen behandelen, vergunningen waar nodig aanpassen aan de huidige omstandigheden (actualiseren) en toezicht en handhaving uitvoeren op het niveau dat uit de risicoanalyses volgt. De provinciale begroting is kaderstellend voor de opdrachten aan de ODRA en ODRN. Op basis van de beschikbare middelen zijn prioriteiten gesteld. Voor 2 taken geldt dat deze niet op het gewenste niveau worden uitgevoerd: toezicht op energievoorschriften en meten en advisering. Naast geld bepaalt ook de capaciteit bij de omgevingsdiensten wat en hoeveel we kunnen doen. Voor de afdeling VTH is de taakuitvoering gebaseerd op de capaciteit (mensen en middelen) die op dit moment beschikbaar is op de afdeling. Het basisuitvoeringsniveau voor VTH staat onder druk.
In de uitvoering van de basisopgave VTH spelen vier zaken een belangrijke rol in 2024:
- de overgang naar de Omgevingswet per 1 januari 2024;
- de stikstofproblematiek die landelijk speelt en veel invloed heeft op de werkvoorraad bij de provinciale afdeling VTH;
- de verbeterslag taakuitvoering: we zetten in op een betere verbinding tussen beleid en uitvoering.
- de landelijke ontwikkelingen om het VTH-stelsel te verbeteren: hier werken we aan mee. Er loopt een interbestuurlijk programma Versterking VTH-stelsel. Hierbinnen zijn robuustheidscriteria geformuleerd waar alle omgevingsdiensten aan moeten voldoen. De Gelderse omgevingsdiensten (vanaf 1 januari 2024 zijn dit er 6) voldoen niet aan alle criteria. Als provincie pakken we vanuit de wettelijke coördinatietaak de regie om de VTH-uitvoering in Gelderland te verbeteren.
Risico’s
In deze paragraaf worden de in het UP uitgewerkte risico’s beknopt toegelicht. De ontwikkelingen in het VTH-taakveld hebben invloed op hoe werkbaar en uitvoerbaar het UP is. We hebben te maken met krapte op de arbeidsmarkt, er is een grote werkvoorraad vanwege de stikstofproblematiek (ontbreken van heldere kaders), en de Omgevingswet brengt veranderingen met zich mee (andere werkwijzen en procedures). Hierdoor zijn de wettelijke termijnen voor de VTH-taken niet altijd haalbaar. Deze termijnen worden onder de Omgevingswet nog korter. De kans bestaat dat er, als we een termijn overschrijden, beroep wordt gedaan op de Wet dwangsom en we een geldbedrag moeten betalen. Om de risico’s met betrekking tot de Omgevingswet te verkleinen, is er veel geoefend met de Omgevingswet en er zijn afspraken gemaakt met partners, maar de praktijk zal nieuwe inzichten met zich meebrengen waar we nog een antwoord op moeten vinden. De opgedane ervaringen kunnen leiden tot een aangepaste werkwijze en/of een aangepaste opdracht. Het aantal bedrijven onder bevoegd gezag van de provincie daalt naar verwachting met zo’n 11%, omdat gemeenten van meer bedrijven bevoegd gezag worden. We zorgen voor een warme overdracht en begeleiding naar de gemeenten. Een beperkt aantal bedrijven verschuift van gemeentelijk naar provinciaal bevoegd gezag.
De aantallen controles die we voor de afdeling VTH hebben opgenomen in het UP zijn een inschatting, op basis van de aantallen van 2023. Er zit een onzekerheid in deze aantallen omdat we de monitoring op de uitvoering nog moeten verbeteren. Daarnaast betekent dit dat we nog niet helemaal inzichtelijk hebben of we inzetten op de juiste prioriteiten. Door gedurende het jaar te monitoren en te verantwoorden over het UP (in rapportages en het jaarverslag) wordt de uitvoering van de taken inzichtelijker en is er beter te sturen op de uitvoering. Er wordt ingezet op het continu verbeteren van de werkprocessen. Ook de Uitvoerings- en Handhavingsstrategie (UHS) die in 2024 wordt vastgesteld geeft betere kaders om te prioriteren aan de hand van een risicoanalyse. Waar nodig passen we de UHS aan op basis van input uit het jaarverslag. Hiermee wordt de beleids- en uitvoeringscyclus (BIG-8) steeds beter gesloten.