Doelstelling kerntaken
Uit onze verordeningen en de landelijke wetten herleiden we een basis uitvoeringsniveau: onze reguliere taken. Dat geldt zowel voor onze Wabo vergunningen als alle andere vergunningen waarvoor we bevoegd gezag zijn. We moeten bijvoorbeeld aanvragen voor vergunningen en ontheffingen, meldingen, klachten, en verzoeken om handhaving en gedogen in behandeling nemen. Dit basisniveau is vastgelegd in ons VTH-beleidsplan 2019.
Vergunningverlening
We zorgen voor goede vergunningverlening en afhandeling van meldingen bij bedrijven, projecten en locaties. We handelen vergunning- en ontheffingsaanvragen binnen wettelijke termijnen af (indien van toepassing) en we beoordelen of meldingen juist en volledig zijn. Snelheid, kwaliteit, eenvoud en duidelijkheid zijn onze kernwaarden.
Onze algemene uitgangspunten zijn:
- Van elk provinciaal bedrijf is de vergunde situatie (milieu, natuur, bouw) inzichtelijk en op elk moment opvraagbaar.
- Een aanvraag behandelen we binnen de wettelijke proceduretijd.
- De vergunningen aan provinciale bedrijven zijn actueel en bij nieuwe wetgeving wordt een actualiteitsprogramma opgesteld en vergunningen indien nodig aangepast.
- De Brzo-vergunningen zijn excellent en altijd 100% actueel.
- De vergunningen zijn getoetst op handhaafbaarheid.
- Revisies van vergunningen aan provinciale bedrijven handelen we programmatisch af.
Adequate vergunningen
In ons coalitieakkoord namen we als norm op dat we voor grote bedrijven, die veel impact kunnen hebben op hun directe leefomgeving, adequate vergunningen hebben in 2023 en deze worden nageleefd. Onze ambitie is daarmee groter dan wat is beschreven in ons VTH-beleid uit 2019 waar de benodigde actualisatie over meer jaren is gepland.
Complexe bedrijven (Wabo)
In het VTH-beleid is per risico-categorie een percentage actuele vergunningen vastgelegd, zie de tabel ter informatie hieronder. In 2022 werken we in het programma Complexe Vergunningverlening verder aan de actualisatie van de vergunningen via een programmatische aanpak. Gezien de benodigde inhaalslag is de doelstelling dat we in 2023 voor 90% voldoen aan de normstelling die hieronder is weergegeven.
Naast deze doelstelling gelden als prioriteiten:
- de uitstoot van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) bij onze bedrijven in kaart brengen en zo nodig de vergunningvoorschriften aanpassen;
- de emissies van ZZS bij onze bedrijven in kaart brengen en zo nodig de vergunningvoorschriften aanpassen.
Toezicht en handhaving
We houden toezicht op verleende vergunningen en ontheffingen en op de wet- en regelgeving die hiervoor gelden. We werken volgens een risicogerichte aanpak. Aspecten met een hoog risico controleren we intensiever dan de aspecten met een gemiddeld risico. En die krijgen weer meer 'controletijd' dan de aspecten met een klein of zeer klein risico. Dit alles is vastgelegd in ons VTH-beleidsplan 2019 en de Uitvoeringsstrategieën.
Onze algemene uitgangspunten zijn:
- Toezicht voeren we programmatisch uit aan de hand van de vastgestelde risicomethodiek.
- De afweging of en hoe er moet worden gehandhaafd doen we aan de hand van de landelijke handhavingsstrategie (LHS).
- De acties, die als gevolg van toezicht en handhaving bij een bedrijf worden uitgevoerd, zijn navolgbaar en planmatig.
- Voor de Brzo-bedrijven volgen we de landelijke afspraken ten aanzien van het inspectieprogramma en is de uitvoering excellent.
- Het jaarprogramma Meten en Advisering van het Team Meten & Advies is afgestemd met de aanpak Complexe Handhaving en het programma Aandachtsbedrijven (zie hieronder). In dit jaarprogramma zijn de metingen bij de provinciale bedrijven afgestemd op de brancheplannen. Ook rapporten voortkomend uit rapportageverplichtingen zijn afgestemd.
Wabo
Op 1 januari 2020 is gestart met het Programma Complexe Handhaving voor de provinciale bedrijven. De programmatische aanpak leidt tot een betere kwaliteit, gelijkheid en snelheid van toezicht en handhaving. De omgevingsdienst regio Arnhem (ODRA) is verantwoordelijk voor de aansturing van een pool van toezichthouders die bij de omgevingsdiensten werken voor provinciale bedrijven. De toezichthouders werken minimaal 60% voor het provinciale programma. In 2020 en 2021 zijn brancheplannen en toezichtsplannen opgesteld of geactualiseerd. Dit gebeurde door toezichthouders die de branche kennen, vergunningverlening vanuit de ODRN en zo nodig aangevuld door specialisten. Doel van de plannen is om voor alle complexe bedrijven waarvoor we het bevoegd gezag zijn een plan te hebben voor het toezicht in de komende 3 jaar en uniformiteit te hebben in de uitvoering zodat er een gelijk speelveld is voor de bedrijven. In 2022 ligt het accent op gaan werken volgens de toezichtsafspraken in de brancheplannen.
Onderdeel van ons beleidsplan VTH is de probleem- en risicoanalyse. Bij de complexe bedrijven zijn de branches op basis van deze analyse onderverdeeld in vier prioriteiten (zeer hoog, hoog, gemiddeld en laag). In ons beleid hebben we de mogelijkheid vastgelegd om de analyse via het Uitvoeringsprogramma te vernieuwen omdat de bedrijven en risico’s kunnen veranderen. In bijlage 2 is een totaaloverzicht opgenomen.
Voor complexe handhaving hebben we de volgende prioriteiten:
- uitvoering volgens toezicht- en brancheplannen en de plannen aanpassen op basis van ervaringen en ontwikkelingen;
- bevorderen dat regels als vanzelfsprekend worden nageleefd via preventie, communicatie en voorlichting;
- toezien op het naleven van energievoorschriften;
- bepalen van doelen voor toezicht en handhaving en afspraken maken over de op te leveren beleids- en sturingsinformatie;
- pilots uitvoeren zodat vergunningverleners en toezichthouders zijn voorbereid op de Omgevingswet.
Brzo-programma
Voor de VTH-taken met betrekking tot de Brzo-bedrijven ontwikkelden we via het Interprovinciaal Overleg (IPO) gezamenlijk beleid. Landelijk zijn prioriteiten bepaald, is een Brzo-strategie ontwikkeld en is de taakuitvoering zoveel mogelijk gelijkgetrokken. Wijzigingen in de landelijke aanpak nemen we over. Zo voldoet onze Brzo-VTH-aanpak aan de meest actuele inzichten.
Als bevoegd gezag van Brzo-bedrijven willen we de VTH-taken bij deze bedrijven uitstekend uitvoeren. We werken aan 2 programma’s om goed samen te werken en de kwaliteit te verbeteren:
- een gezamenlijk programma van de 6 Brzo-omgevingsdiensten in Nederland. Belangrijke onderliggende thema’s van dit doel zijn: gelijk speelveld, uniformiteit, risicogericht, deskundigheid, samenwerking en opdrachtgeverschap;
- Brzo+, een ontwikkelprogramma van de gezamenlijke inspectiediensten. Brzo+ is het samenwerkingsverband tussen Wabo-bevoegd gezag (vertegenwoordigd door de omgevingsdiensten verantwoordelijk voor Brzo), Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ISZW), de veiligheidsregio’s, de waterkwaliteitsbeheerders, de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en het Openbaar Ministerie (OM).
Aandachtsbedrijven
Aandachtsbedrijven zijn bedrijven met complexe (meervoudige) problematiek, die niet binnen de reguliere uitvoering van VTH-taken kan worden opgelost. Vaak betreft het een combinatie van omgevingsveiligheid, ruimtelijke problematiek en een actieve omgeving. Op het totaal van de provinciale bedrijven (circa 230) gaat het om een beperkt aantal (circa 15). We pakken de problemen op door projectgroepen te vormen met de verschillende betrokken uitvoerders en specialisten van de ODRN, ODRA en VVHH. In 2020 zijn we samen met de omgevingsdiensten gestart met het opbouwen van het programma Aandachtsbedrijven. De ODRA trekt dit meerjarige programma.
Onze uitgangspunten zijn:
- We hebben een jaarlijkse programmatische aanpak. Binnen dat programma kent elk aandachtsbedrijf een projectmatige aanpak met een eenduidig doel. Doel van de aanpak is dat er geen problemen op tafel komen die te voorkomen zijn en die bestuurlijke zorgen opleveren.
- Voor elk aandachtsbedrijf wordt een omgevingsscan gedaan. Hierbij wordt specifiek aandacht gegeven aan de verbinding met lokaal bestuur.
- Voor elk aandachtsbedrijf is op elk moment te zien in hoeverre het projectdoel is gehaald.
We willen hiermee een uniformering en verduidelijking krijgen van de aanpak van deze bedrijven zodat we sneller kunnen reageren. Net als bij de programma’s Complexe Vergunningverlening en Complexe Handhaving willen we duidelijke sturing vanuit één centraal punt. Hierdoor is het ook beter mogelijk ervaringen te delen en de aanpak verder te professionaliseren. Hier gaan we in 2022 mee aan de slag. De aanpak van aandachtsbedrijven heeft prioriteit binnen de programma’s Complexe Vergunningverlening, Brzo en Complexe Handhaving.