Bodemsanering
Bodemsanering (de Wet bodemsanering)
VTH-beleid Activiteiten in en op de bodem kunnen vervuilend zijn en de kwaliteit van de bodem aantasten. Via de Wet bodembescherming zijn we het bevoegd gezag om ernstige en nieuwe verontreinigingen van de bodem te beperken, en zoveel mogelijk ongedaan te laten maken. We willen dat mensen, bodem en grondwater beschermd worden, zijn en blijven tegen de risico's van bodemverontreiniging. In het 'Convenant bodem en ondergrond 2016-2020’ staan de afspraken die het Rijk, gemeenten, waterschappen en provincies maakten over het saneringsprogramma. In 2020 moeten de spoedlocaties gesaneerd of beheerst zijn. In de praktijk kan dit betekenen dat na 2020 nog wel (langdurige) controle of nazorg nodig is. Spoedlocaties vanwege risico’s voor mensen zijn al gesaneerd of beheerst. Speerpunt: alle grondwaterverontreinigingen die getypeerd zijn als ‘spoedlocaties voor verspreiding en ecologie’ zijn uiterlijk in 2020 gesaneerd of beheerst.
De cijfers
De toelichting/analyse
We handelen de meldingen over bodemverontreiniging en bodemsanering binnen de termijn af. Het werkproces toezicht is aangepast, waardoor in 2020 de controles bodemsanering effectiever zijn uitgevoerd. We blijven extra mensen inzetten om de evaluatieverslagen te beoordelen. Daarnaast dragen we de taken goed over aan gemeenten. De overdracht van bodemtaken van provincie naar gemeente in het kader van de Omgevingswet, levert veel vragen op bij regiogemeenten aan de ODRA.
De toelichting/analyse
Omdat we meer complexe evaluatieverslagen moeten beoordelen, is er een achterstand ontstaan. Bij de evaluatieverslagen is een verschuiving ontstaan van de beoordelingen van eenvoudige BUS-evaluaties naar meer complexe situaties zoals de opgave van spoedlocaties. Ondanks dat we meer mensen dit werk lieten doen, zijn 104 evaluaties doorgeschoven naar 2021. De kwaliteit van de evaluatierapporten is vaak slecht, waardoor het extra tijd kost om de informatie over de uitgevoerde sanering van het adviesbureau te krijgen. De informatie is nodig om een besluit instemming evaluatie af te kunnen geven. Door COVID-19 zijn er minder bodemsaneringslocaties gecontroleerd. Het sluiten van de beleidscyclus Speerpunt uit het beleid was dat de spoedlocaties in 2020 gesaneerd of dat de risico’s beheerst zijn. Eind 2020 is dit voor ongeveer 90 % van de spoedlocaties bereikt. Hiervan is voor een deel nog controle en nazorg nodig vanwege langlopende monitoring. Aangezien de Omgevingswet nog met een jaar is uitgesteld zal in 2021 het Flankerend Beleidsteam nog actief worden ingezet voor afronding van de sanering van de spoedlocaties in 2020. We bereidden ons verder voor op de komst van de Omgevingswet door de overdracht van taken naar de gemeenten te organiseren. In 2021 loopt dit nog door.