Agrifood

Toekomst voor de Gelderse boer

Agrifood

Toekomst voor de Gelderse boer

Status De Kadernota Agrifood 2021-2030 (PS2020-880) is op 31 maart 2021 vastgesteld in Provinciale Staten. Dit beleidsprogramma vormde daarbij een bijlage als beknopte samenvatting.

Dit is wat wij willen bereiken

In het programma Agrifood 2021-2030 ‘Toekomst voor de Gelderse boer’ geven we toekomstperspectief voor de land- en tuinbouw in Gelderland. Deze sector maakt deel uit van de Gelderse identiteit en draagt bij aan de maatschappelijke waarden zoals genoemd in Gaaf Gelderland: een vitaal platteland, de economie, energietransitie, natuur en een gezonde leefomgeving.

Wij bieden daarbij ruimte aan de diverse vormen van landbouw. Onze ambitie is de ontwikkeling naar een natuurinclusieve kringloop landbouw met een duurzaam verdienmodel. Hiermee bedoelen we dat de agrariër in zijn bedrijf het beheer van natuurlijke hulpbronnen economisch rendabel kan integreren, inclusief de zorg voor ecologische functies en de biodiversiteit op en om het bedrijf. Duurzame landbouw moet uiteindelijk de logische keuze worden omdat dit het beste verdienmodel is. Het ondernemersperspectief van de agrariër staat daarbij centraal. Dat willen we versterken zodat boeren en tuinders de duurzame keuzes kunnen maken die het beste passen bij hun bedrijfsvoering, rekening houdend met de lokale omstandigheden. Wij richten we ons op de brede groep van gangbare agrarische ondernemers, zodat wij de sector in zijn geheel kunnen helpen verduurzamen. De focus ligt hierbij niet op schaalvergroting maar op waarde vermeerdering. Met de kennisinfrastructuur in onder meer de FoodValley (WUR, OnePlanet), Rivierengebied (Greenport) en in de Achterhoek vormt kennis over land en tuinbouw bouw een belangrijk exportproduct. We hebben de ambitie om met deze focus en kennis koploper te blijven om op een duurzame wijze gezond voedsel te produceren.

Samenhang

De ontwikkeling van de landbouwsector hangt sterk samen met de ambities zoals genoemd in Gaaf Gelderland. Sommige van deze ambities geven een spanningsveld, maar geven tegelijkertijd ook kansen.

Ambitieweb: samenhang met de ambities uit de Omgevingsvisie Klik hier voor een toelichting op de scores.

Dit is wat we om ons heen zien

Analyse

Ruim de helft van het Gelders grondgebied is agrarisch. Kenmerkend voor Gelderland is de combinatie van cultuur, natuur en de diversiteit van het agrarische landschap.

Van het aantal bedrijven in Gelderland behoort 5,8% tot de primaire sector, goed voor 2,7% van de banen in Gelderland. De Gelderse bedrijven in de primaire land- en tuinbouw hebben een bruto toegevoegde waarde van 2,5%, dit is 0,5% meer dan in 2010. Een groot deel van de agrarische productie is voor de export. Naast de primaire sector zijn veel aan de agrarische sector toeleverende en verwerkende industriële bedrijven in Gelderland gevestigd met hoofdkantoren en/of productielocaties. Daarmee is de agrarische sector inclusief de toeleverende en voedselverwerkende industrie en kennisinstellingen zoals de WUR naar schatting goed voor circa 10% van de Gelderse werkgelegenheid.

Relevante feiten en ontwikkelingen zijn:

  • Energieneutrale tuinbouw We werken aan een hoogwaardig en energieneutraal tuinbouwcluster in het rivierengebied.
  • Leeftijdsopbouw  De helft van de 9.000 Gelderse boeren is 60 jaar of ouder (zie grafiek hieronder). Elke dag stopt een boer in Gelderland. In de komende 10 jaar halveert het aantal boeren en komt agrarische bebouwing vrij (VAB), met kans op verrommeling van het landschap en een risico op ondermijning als gevolg. Maar deze generatiewisseling biedt ook kansen voor meer grondgebonden landbouw en meer multifunctioneel grondgebruik.
  • Druk op de ruimte  De gronddruk in het landelijk gebied blijft toenemen door schaalvergroting in de landbouw en door vraag naar ruimte voor bijvoorbeeld energieproductie, waterberging en woningen. Ook het veranderende klimaat vraagt om aanpassingen en (mogelijk) ruimte. In de toekomstige ontwikkeling van de landbouw is het de uitdaging om hiervan slimme combi’s en verdienmodellen te maken.
  • Belang van bodem en kringlopen Stikstof komt mede als ammoniak uit de landbouw in de lucht en tast de biodiversiteit aan waar het neerslaat op stikstofgevoelige natuurgebieden of uitspoelt naar het (grond)water. Als de boer er in slaagt kringlopen beter te sluiten (voorkomen van verliezen), draagt hij bij aan het verlagen van de stikstofdepositie, het vergroten van de biodiversiteit en het verbeteren van bodem en (grond)waterkwaliteit. In de beweging naar kringlooplandbouw is samenwerking tussen veeteelt en akkerbouw kansrijk: veeteeltbedrijven leveren via de mest de mineralen en organische stof die nodig is voor de groei van de gewassen, en de akkerbouw levert de (rest)producten als basis voor voer en strooisel voor het vee.
  • Natuur Boeren kunnen bijdragen aan verminderen van de achteruitgang in biodiversiteit door natuurinclusieve landbouwmethoden, zoals strokenteelt, koolstoflandbouw, aanleg van landschapselementen, gewasrotaties, bodembeheer en grondbewerking, of door biologische landbouw of ‘blauwe diensten’ zoals waterberging, alsmede door het sluiten van kringlopen.
  • Milieukwaliteit Met precisielandbouwtechnieken, betere stalsystemen, doorontwikkeling van de mestverwerking, natuurlijke plaagdierbestrijding en inzaai van heilzame kruiden in het grasland kan de boer bijdragen aan het verbeteren van de lucht- en waterkwaliteit, door minder verlies van mineralen, minder inzet van bestrijdingsmiddelen of van antibiotica.

Netwerk

De bedrijven in de sector, zowel toeleverende als verwerkende, zijn samen als keten verantwoordelijk voor concurrerend en verantwoord ondernemerschap. Om afwenteling op milieu en natuur te voorkomen is de hele keten gebaat bij een ‘level playing’ field, zodanig dat de opbrengstprijzen het mogelijk maken duurzaam te ondernemen. Omdat de wereldmarkt bepalend is voor de prijsvorming, is inzet van Rijk en EU vooralsnog noodzakelijk om dit ‘level playing’ field zo internationaal mogelijk te creëren. Daar waar dit niet goed lukt en maatschappelijke belangen op het spel staan, kunnen overheden samen met betrokken ketenspelers zorgen voor ondersteuning. Zulke afspraken zijn bijvoorbeeld gemaakt in het Tuinbouwakkoord. In de uitvoeringsagenda Gelderse Maatregelen Stikstof worden afspraken gemaakt over emissiereductie en natuurversterking. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt in het Actieplan Natuurinclusieve Landbouw en in het Gelders Energie Akkoord.


Dit is onze aanpak

De internationale markt heeft onvoldoende prikkels voor een duurzame landbouw. Vanwege de maatschappelijke belangen van voedselvoorziening, biodiversiteit en milieu willen wij daarom agrariërs steunen in hun ondernemerschap, zodat zij de vernieuwingen en innovaties kunnen doorvoeren in de bedrijfsvoering en kunnen werken aan een toekomstbestendig bedrijf dat in balans is met de omgeving.

De transitie naar een meer duurzame landbouw willen we financieel en juridisch mogelijk maken. Dit doen we door de agrarische sector inclusief de keten te ondersteunen in het wegnemen van de belemmeringen die de ontwikkeling naar een toekomstbestendig bedrijf in de weg staan, en hen te bedienen in de behoefte aan kennis en ondersteuning. Met het programma Agrifood werken we gebiedsgericht, waarbij de focus afhankelijk is van de lokale omstandigheden. Via onafhankelijke ondernemersbegeleiding – die begint met keukentafelgesprekken – begeleiden we op vrijwillige basis boeren en tuinders, van idee en plan tot implementatie. Hierbij ligt de focus op het peloton van gangbare boeren die willen doorontwikkelen. Conform onze maatschappelijke opdracht als overheid richten we ons daarbij niet op schaalvergroting, maar op waardevermeerdering. Dat betekent dat we oog hebben voor de mogelijkheden in meest brede zin: innovaties zoals emissie-arme stallen, langjarige beheercontracten voor landschap en natuur, verbreding met energieproductie, verdienmodellen via korte ketens, convenanten met ketenspelers etc.

Met de volgende actielijnen gaan we deze bijdragen leveren, met respect voor het verschil in rollen van ondernemers en overheid:

1. Richting geven

In nauwe samenwerking met overheidspartners zoals Europa, Rijk, provincies en waterschappen gaan we invulling geven aan heldere indicatoren. Daarmee geven we duidelijkheid over welke doelen we nastreven. Ook doen we recht doen aan de regionale verschillen en prioriteiten. Samen met de agrarisch ondernemers en andere stakeholders in het gebied bepalen we vanuit de lokale omstandigheden welke ontwikkelkansen er zijn voor de boeren en hoe we deze kunnen belonen op basis van prestatie-indicatoren/puntensysteem. Ook verkennen we hoe we agrarische bedrijven die bij een kwetsbaar gebied liggen en die willen verplaatsen, perspectief kunnen geven op een nieuwe locatie in Gelderland. Hierbij kijken we ook naar de mogelijkheid om de regels over nieuwvestigingen in onze omgevingsverordening aan te passen.

2. Kennis en innovatie

We investeren in kennis door het ondersteunen van het ondernemerschap via kennisnetwerken en regionale samenwerkingsverbanden. Hierbij richten we ons op ontwikkelingskansen en innovaties gericht op het sluiten van kringlopen en het verminderen van emissies en het verlagen van stikstofdepositie. Innovaties en ontwikkelingen op dit vlak ondersteunen en stimuleren we. Omdat de mogelijkheden tot innoveren (nieuwe systemen en technieken) en regelingen onvoldoende bekend zijn bij agrariërs, willen we zowel grondgebonden als niet-grondgebonden agrarische bedrijven ondersteunen met een toekomstbestendig bedrijfsplan.

3. Mogelijk maken

Aanvullend op de mogelijkheden die het GLB biedt, helpen we doelen realiseren door het opzetten van een omschakel- of garantiefonds om risico’s van de ondernemer te verlichten, zo mogelijk in samenwerking met het Rijk. Waar mogelijk scheppen we samen met andere overheden juridische ruimte en we sturen op multifunctioneel landgebruik waar dat past. We blijven ook fysieke ruimte scheppen voor het vergroten van de grondgebondenheid, voor nieuwe kansrijke initiatieven en voor jonge boeren. In aanvulling op onze ondersteuning bij kavelruil starten we een pilot waarbij we via de aanbesteding van 100 hectare grond agrariërs de mogelijkheid bieden extra te investeren in biodiversiteit.

4. Belonen: verdienmodellen voor maatschappelijke diensten

Waar kansen liggen helpen we agrariërs de maatschappelijke diensten tot waarde (= inkomen) te brengen. Hierbij leggen we de prioriteit bij initiatieven die schaalbaar zijn, en sluiten we aan bij de activiteiten van het Actieplan Natuurinclusieve Landbouw (PS2019-203). We zetten ons in om de afzet te vergroten van producten waar de maatschappelijke kosten onderdeel uitmaken van de productprijs. Daarnaast werken we aan een verdienmodel voor maatschappelijke diensten door samen met de sector en de keten afspraken te maken over vergoedingen voor de maatschappelijke diensten (nu m.n. gericht op biodiversiteit, maar kan ook voor koolstofvastlegging, biodiversiteit, landschap, energietransitie of waterzuivering). Hierbij maken we voor een langere periode afspraken over agrarisch natuurbeheer, met het landschapsfonds van de Ooijpolder als inspirerend voorbeeld. Onze ambitie is om voor 600 hectare landbouwgrond langjarige (30 jaar) afspraken te maken met boeren over het natuurbeheer dat zij invullen op deze agrarische gronden. Daarnaast willen we ondersteunen en stimuleren dat de consument beweegt naar duurzaam geproduceerd voedsel. Dit doen we in samenwerking met ketenpartners, de retailsector en mede-overheden.


Participatie

De concept koersnotitie Agrifood is aan een brede groep betrokkenen voorgelegd. Dit heeft geleid tot 125 schriftelijke reacties. Aanvullend is tijdens 2 expertmeetings dieper ingegaan op het verdienmodel. Daarnaast hebben ongeveer 200 betrokkenen input gegeven tijdens twee webinars. De reacties zijn verwerkt in de keuzes voor dit programma.


Monitoring

Hierbij sturen we op de volgende resultaten:

  • Richting geven: binnen een jaar ontwikkelen we een systematiek waarbij de doelen die we willen bereiken concreet zijn gemaakt aan de hand van (eventueel gebiedsspecifieke) kritische prestatie-indicatoren (KPI’s). De KPI’s geven een langetermijnrichting voor de toekomst van de land- en tuinbouw in Gelderland.
  • Kennis en innovatie: binnen vier jaar hebben 500 agrariërs een (integraal) bedrijfsplan, zijn zij ondersteund en er zijn kennisnetwerken gevormd. Ook zijn er dan vier regionale proeftuinen waarbinnen vijftig tot honderd bedrijven innovaties testen en toepassen, waaronder de huidige proeftuinen in de Achterhoek, FoodValley en het Rivierengebied.
  • Mogelijk maken: met inzet van onze instrumenten matchen we een investeringsbereidheid van boeren en tuinders met een omvang van € 50 miljoen de komende vier jaar.
  • Belonen: het inkomen dat boeren betrekken uit maatschappelijke diensten is binnen vier jaar gestegen met 10%.

We volgen nauwgezet de situatie rond COVID-19. Als de ontwikkelingen daar aanleiding toe geven, passen we onze rol en inzet voor de agrarische sector aan. Dit programma is de langetermijn-ontwikkelingsrichting. Eventueel benodigde kortetermijnmaatregelen worden separaat uitgewerkt

^ Naar boven