Luchtvaart
Europees en landelijk kader
Op grond van de Wet luchtvaart zijn Provinciale Staten bevoegd om voor de regionale burgerluchthavens een luchthavenbesluit vast te stellen (met verplichte ruimtelijke doorwerking naar het bestemmingsplan). Gedeputeerde Staten zijn bevoegd om een luchthaven regeling vast te stellen (zonder ruimtelijke doorwerking). In deze beschikking staan:
- voorschriften voor de exploitant van de regionale luchthaven;
- de locatieaanduiding;
- type luchtvaartuigen dat gebruikt mag worden;
- meteorologische omstandigheden;
- maximaal toegestaan aantal vliegbewegingen;
- tijden/dagen waarop gevlogen mag worden;
- gebruiksjaar;
- vereisten voor het bij te houden logboek;
- jaarlijkse rapportage.
Opstijgen en landen mag alleen op terreinen waarvoor een luchthavenbesluit of luchthavenregeling is vastgesteld. Gedeputeerde Staten kunnen, op niet-luchtvaartterreinen, een ontheffing voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik (TUG) verlenen. Bij dergelijke ontheffingen gaat het bijvoorbeeld om helikopters en luchtballonnen. We hebben een bevoegdheid als het luchtvaartuig op de grond is, ten aanzien van de toegestane mate en de tijdstippen van het opstijgen. Wij hebben geen bevoegdheid bij het gebruik van het luchtruim.
Provinciaal beleid
De beleidsregels worden in de loop van 2019 vastgesteld. We ontwikkelen onder andere concretere toetsingskaders voor de TUG-ontheffingen. In de huidige situatie wordt een TUG ontheffing niet verleend voor opstijgen en landen in het Gelders Natuur Netwerk (GNN), Groene Ontwikkelzone (GO) of stiltegebieden. De focus in onze Omgevingsvisie ligt op de uitvoering van de Regelgeving Burgerluchthavens en Militaire Luchthavens.
Voor wat betreft de luchtvaartzaken die niet expliciet benoemd zijn in de Omgevingsvisie geldt nog steeds het beleid in de nota “Omgevingsbeleid luchtvaartterreinen Gelderland”. Dit beleid is op 27 mei 2009 vastgesteld door Provinciale Staten.
Risico’s
We verwachten vooral effecten ten aanzien van de fysieke veiligheid aan de grond en maatschappelijke onrust. Risico’s zijn te veel vluchten, vluchten buiten de toegestane uren of met luchtvaartuigen die niet zijn toegestaan. Klachten die bij ons worden ingediend over de kleine luchtvaart richten zich bijna allemaal op geluidhinder en privacyverstoring als gevolg van vliegverkeer. Het Rijk is bevoegd gezag voor het gebruik van het luchtruim. Onze bevoegdheid beperkt zich tot de landzijdige aspecten oftewel het opstijgen en landen. Wel is er uiteraard een (indirecte) relatie tussen deze bevoegd gezag -rollen. Klachten over het gebruik van het luchtruim geven wij door aan het bevoegd gezag: de Inspectie Leefomgeving en Transport en de KLPD-afdeling Luchtvaarttoezicht.
Basis uitvoeringsniveau
We houden toezicht op regionale luchtvaartterreinen. Wij handhaven op de verleende TUG-ontheffingen door archiefonderzoek aan de hand van de ingediende 24 uurs-meldingen van vliegdagen, naar aanleiding van ingediende klachten. De handhaving van de afgegeven luchthavenregelingen en nog af te geven luchthavenbesluiten (in het bijzonder voor luchthaven Teuge) gaat via een administratieve controle op basis van o.a. de logboeken, de eventuele (geluids)rapporten en naar aanleiding van klachten. De controle concentreert zich op het vliegen buiten vergunde uren, overschrijding van het toegestane aantal vluchten en het gebruik van niet vergunde luchtvaartuigen. Indien nodig bezoeken we de luchthaven.
Beleidsspeerpunt
Met de uitvoering van het basis uitvoeringsniveau voldoen we aan de wettelijke eisen en realiseren we het provinciaal beleid. Er worden, aanvullend aan het basis uitvoeringsniveau, geen specifieke speerpunten benoemd.