Inleiding
Dit hoofdstuk beschrijft de aanleiding en het doel van het beleidsplan. Daarnaast is een leeswijzer opgenomen.
In onze omgevingsvisie staat een gezond, veilig, schoon en welvarend Gelderland centraal. Hier willen we samen met onze partners aan werken. Dit doen we door ons bij het uitvoeren van onze taken te richten op een duurzaam, verbonden en economisch krachtig Gelderland.
Het College van Gedeputeerde Staten is bevoegd voor de uitvoering van verschillende VTH-taken in Gelderland. De werkterreinen zijn divers: natuurbescherming, vuurwerkevenementen, luchtvaart, stortplaatsen, bodemverontreiniging, ontgrondingen, zwemwater, waterwinning en complexe bedrijven. De inhoud van de wet kan verschillen, de wijze waarop wij de VTH- taken uitvoeren is in veel situaties gelijk.
Onze VTH-taken bestaan grotendeels uit het uitvoeren van landelijke wet- en regelgeving. Deze landelijke kaders leiden tot een (op hoofdlijnen) landelijk uniforme uitvoering en een minimum kwaliteitsniveau. De beleidsvrijheid is veelal beperkt tot uitvoeringsbeleid en wordt verder ingeperkt door procedurele kwaliteitseisen. We streven naar de oplevering van vergunning- en handhavingsbeschikkingen binnen de wettelijke termijnen en met een kwaliteit die standhoudt in juridische procedures. Binnen deze kaders hebben we beleidsspeerpunten benoemd.
In het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor) zijn diverse kwaliteitseisen opgenomen waaraande VTH-taken van de Wabo moeten voldoen. Een van deze eisen is dat ieder bevoegd gezag Wabo periodiek beleid voor de Wabo VTH-taken vaststelt en dit baseert op een analyse van problemen en risico’s. Wij volgen de landelijk ontwikkelde handhavingsstrategie en stemmen onze acties af met de handhavingspartners.
Ondanks dat de plicht niet geldt voor de meeste niet-Wabo taken, passen we de systematiek en denkwijze ook toe op onze overige VTH-taken.
Doelstelling
De middelen die ingezet kunnen worden om de VTH-taken uit te voeren, zijn niet onbeperkt. We zetten onze middelen zo gericht mogelijk in. De zaken met een hoog risico geven we meer aandacht. In dit plan worden vanuit de risico’s en ambities keuzes gemaakt die van belang zijn voor de uitvoering van onze VTH-taken.
Met het vaststellen van dit nieuwe beleid vervalt het Beleidsplan vergunningverlening, toezicht en handhaving fysieke leefomgeving, vastgesteld op 6 juli 2016. Dit beleidsplan geeft invulling aan de verplichtingen die in de Wabo zijn vastgelegd ten aanzien van de beleidsvorming. Het blijft gelden tot het moment dat nieuw beleid wordt vastgesteld. Het treedt in werking op het moment van vaststellen door Gedeputeerde Staten.
Met het jaarverslag wordt jaarlijks het beleid geëvalueerd en beoordelen we of actualisatie van het beleidsplan nodig is. Zowel dit beleidsplan als de jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s en het jaarverslag worden ter kennisname aan Provinciale Staten voorgelegd.
Met het jaarverslag wordt jaarlijks het beleid geëvalueerd en beoordelen we of actualisatie van het beleidsplan nodig is. Zowel dit beleidsplan als de jaarlijkse uitvoeringsprogramma's en het jaarverslag worden ter kennisname aan Provinciale Staten voorgelegd.
Leeswijzer
In het volgende hoofdstuk worden de beleidsuitgangspunten voor de verschillende taken benoemd.
In hoofdstuk 3 beschrijven we de VTH-taken duurzame ruimtelijke ontwikkeling en waterbeheer. In hoofdstuk 4 gaan we in op de taken milieu, energie en klimaat en in hoofdstuk 5 staan de taken vitaal platteland, natuurbeheer en ontwikkeling natuurgebieden.
Voor iedere kerntaak is, met onderscheid naar wetgeving, een analyse gemaakt van de problemen en risico’s. Per kerntaak beschrijven we het basis uitvoeringsniveau en onze beleidsspeerpunten.
De wijze waarop dit VTH-beleid doorwerkt in de jaarcyclus en het operationele beleid is uitgewerkt in hoofdstuk 6.