Complexe bedrijven
Europees en landelijk kader We zijn voor ongeveer 210 bedrijven het bevoegd gezag in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Het aantal bedrijven varieert door verandering van bedrijfsactiviteiten en wetgeving. De taken hebben betrekking op de activiteiten bouwen, milieu, brandveiligheid en ruimtelijke ordening. Ongeveer 20% van deze bedrijven wordt aangeduid als majeur risicobedrijf omdat het Besluit risico’s zware ongevallen (Brzo) van toepassing is. Ook in de provinciale en gemeentelijke verordeningen kunnen regels staan die voor de bedrijven gelden.
Provinciaal beleid
Onze Omgevingsvisie en Omgevingsverordening hebben wij in 2018 geactualiseerd. Het doel: een gezond, veilig, schoon en welvarend Gelderland. Dit doen wij door bij de uitoefening van onze taken de focus te leggen op een duurzaam, verbonden en economisch krachtig Gelderland. Ook onze ambities op het gebied van energie (Gelderland in 2050 energieneutraal) en circulaire economie (50% reductie van het gebruik van primaire grondstoffen in 2030) kunnen invloed hebben op de uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Vergunningverlening, toezicht en handhaving worden zo uitgevoerd dat het realiseren van onze doelen en de naleving van wet- en regelgeving wordt bevorderd. Duidelijke en uitvoerbare voorschriften in vergunningen moet leiden tot een goede naleving. Goede communicatie, helder toezicht en waar nodig streng optreden leiden dan tot een veilige en gezonde leefomgeving.
Via het Interprovinciaal overleg (IPO) stellen we gezamenlijke ambities en uitvoeringsstrategieën op, zoals recent is gedaan voor Brzo-bedrijven, energie en zeer zorgwekkende stoffen. Nieuwe aandachtspunten en prioriteiten leggen wij vast in het jaarlijkse uitvoeringsprogramma.
Ten aanzien van de VTH-taken voor de Brzo inrichtingen nemen wij de landelijke, gezamenlijk ontwikkelde onderdelen van het beleid over. Landelijk zijn prioriteiten bepaald, is een Brzo-strategie ontwikkeld en is de taakuitvoering geüniformeerd. Wijzigingen die in de landelijke aanpak zijn overeengekomen, nemen wij over zodat de Brzo-VTH-aanpak voldoet aan de meest actuele inzichten en uniform is voor heel Nederland.
BRIKS-beleid
Onderdeel van de omgevingsvergunning en het toezicht op wet- en regelgeving zijn de BRIKS-taken. BRIKS staat voor Bouwen, Reclame, In- en uitritten, Kappen en Slopen. Ook afwijkingen van het bestemmingsplan en brandveilig gebruik van gebouwen vallen onder deze noemer. Bouwwerken zijn bijvoorbeeld bedrijfsgebouwen, kantoren en bedrijfswoningen. We maken bij de BRIKS-taken onderscheid in de bouwfase en de gebruiksfase.
Bij het uitvoeren van BRIKS-taken sluiten we aan bij landelijk ontwikkelde toetsingscriteria. De BRIKS- onderwerpen zijn daarnaast lokaal bepaald en worden getoetst aan het lokale beleid. Denk hierbij aan afwijken van het bestemmingsplan en de lokale regels voor reclame en kappen. Hiervoor hebben wij geen aanvullend beleid.
Het kan voorkomen dat afwijken van het lokale beleid nodig is. Wij maken deze afweging en onderbouwen onze keuze. Als wij af willen wijken, stemmen wij dit af met de betreffende gemeente.
Intrekkingenbeleid
Het komt voor dat activiteiten waarvoor een vergunning is verleend niet worden gestart. In de Wabo is vastgelegd dat de vergunning dan kan worden ingetrokken.
Initiatiefnemers van vergunde (bouw)werken die 1 jaar na het onherroepelijk worden van het besluit niet zijn gestart, worden aangeschreven dat wij het voornemen hebben de vergunning in te trekken. Dit doen wij ook wanneer wel gestart is met de bouw, maar deze vervolgens is stilgelegd.
Voor milieuactiviteiten hanteren wij de (wettelijke) termijn van 3 jaar. Zonder goede argumenten voor behoud van de vergunning, waarmee wij de verschillende belangen af kunnen wegen, wordt de vergunning vervolgens ingetrokken. Hiermee voorkomen wij dat activiteiten gerealiseerd worden volgens verouderde normen en voorschriften.
Risico’s
Milieu
Bedrijfsactiviteiten kunnen effect hebben op de leefomgeving, bijvoorbeeld door luchtemissies, geluid, afval, energie, externe veiligheid en bodemverontreiniging. Wij hebben een risicoanalyse uitgevoerd waarbij per branche is gekeken naar de mogelijke effecten en de kans dat deze effecten optreden. Deze risicoanalyse wijkt af van de analyse die we voor alle taken hebben uitgevoerd (zie paragraaf 2.5). De diepgang van de algemene analyse was onvoldoende om differentiatie tussen de branches aan te brengen. De branches zijn op basis van deze analyse onderverdeeld in vier prioriteiten (zeer hoog, hoog, gemiddeld en laag, zie ook onderstaande tabel). De volledige tabel met de risicoanalyse voor de complexe bedrijven staat in bijlage 3. Bij het opstellen van het jaarlijkse uitvoeringsprogramma bepalen wij of de analyse (op onderdelen) moet worden vernieuwd omdat de bedrijven en risico’s kunnen veranderen. Wij geven veranderingen aan in het uitvoeringsprogramma.
De naleving van bedrijven wordt gemonitord met behulp van een KPI-naleefgedrag (Kritische Prestatie Indicator). Alle bedrijven worden sinds 2010 jaarlijks gevolgd. Door toepassing van de KPI-naleefgedrag ontstaat op individueel niveau een waardering van het naleefgedrag, waardoor bij een slechte waardering de toezichtintensiteit wordt verhoogd en bij een goede waardering de toezichtintensiteit kan worden verlaagd.
Bouw
De Vereniging van Bouw- & Woningtoezicht Nederland (VBWTN) heeft mogelijke problemen en risico’s op landelijk niveau in kaart gebracht. Zij hebben ook protocollen ontwikkeld om aanvragen en meldingen te beoordelen. Bij het toetsen van bouwaanvragen aan het Bouwbesluit volgen wij de meest recente toetsprotocollen die door de VBWTN zijn opgesteld.
Voor het constructief toetsen bij Brzo-bedrijven werken wij conform de landelijke afspraken die zijn gemaakt. Bij bouwaanvragen die relevantie hebben voor brandveiligheid, winnen wij advies in bij de brandweer en gebruiken landelijk ontwikkelde protocollen. Bij gecertificeerde bouwaanvragen toetsen wij de geldigheid van het certificaat. Ook bij sloopwerkzaamheden werken wij met de landelijke protocollen. Bij kappen, reclame en in- en uitritten volgen wij het beleid van de gemeente.
Basis uitvoeringsniveau
In het kader van de Wabo behandelen we vergunningen en beoordelen we meldingen Activiteitenbesluit en Gebruiksbesluit (brandveiligheid) en voeren we toezicht uit bij deze bedrijven en treden zo nodig handhavend op. We handhaven volgens de landelijke handhavingsstrategie.
Vergunningverlening is lastig planbaar, omdat dit voor een groot deel afhankelijk is van aanvragen en meldingen van de bedrijven. Wij maken jaarlijks een inschatting van de te verwachten aanvragen en meldingen, onder andere door naar de aantallen in de afgelopen jaren te kijken en ontwikkelingen bij bedrijven zoals uitbreidingsplannen te volgen.
Wij stellen de volgende prioriteiten:
- De afhandeling van aanvragen krijgt altijd voorrang op ambtshalve wijzigingen van bestaande vergunningen.
- Bij piekaanbod krijgen reguliere procedures voorrang boven uitgebreide procedures, omdat bij een (korte) reguliere procedure de vergunning na het verlopen van de proceduretermijn van rechtswege van kracht wordt. Dit kan ongewenste gevolgen kan hebben.
Actuele vergunningen
Door diverse oorzaken verliezen afgegeven vergunningen hun actualiteit. Voorbeelden zijn jurisprudentie en wijzigingen in wet- en regelgeving, wijzigingen in de best beschikbare technieken die een bedrijf kan toepassen op basis van Europese regelgeving, wijzigingen in Nederlandse informatiedocumenten over de Best Bestaande Technieken (BBT) en standaard voorschriftenpakket (via het IPO). Nieuwe bestuurlijke prioriteiten kunnen ook aanleiding zijn voor het actualiseren van vergunningen.
Het periodiek actualiseren van de vergunningen en maatwerkvoorschriften voor bedrijven die vallen onder het Activiteitenbesluit is een belangrijk aandachtspunt. Dit wordt afgestemd met handhaving. Wij zorgen voor een actueel overzicht van de vergunningensituatie en hebben doelen voor de actualiteit (zie kader beleidsspeerpunten). We werken met prioriteiten om te bepalen welke vergunningen het eerst worden geactualiseerd. De noodzakelijke aanpassing van de vergunningen pakken we programmatisch op.
Toezicht
Naast het reguliere toezicht met fysieke controles en administratief onderzoek, wordt via projecten en programma’s verdieping aangebracht in controles bij specifieke bedrijven of op bepaalde thema’s. De bedrijven zijn op basis van de risicoanalyse ingedeeld in vier risico-categorieën. Hieraan is een bezoekfrequentie gekoppeld. Bij bedrijven met een goede naleving kan het toezicht minder intensief zijn. Bedrijven met een slechte naleving krijgen intensiever toezicht. Ook bedrijven waarover wij veel klachten krijgen geven wij extra aandacht. Uitgangspunt is dat alle onderdelen van het bedrijf iedere 3 jaar worden gecontroleerd. De thema’s, die binnen de risicoanalyse hoog scoren worden jaarlijks gecontroleerd.
Een aanzienlijk deel van de bedrijven moet jaarlijks een integraal verslag opstellen waarin zij rapporteren over hun afval, energie- en watergebruik en emissies naar lucht, water en bodem (een EPRTR-verslag, European Pollutant Release and Transfer Register). Deze rapportages worden door ons gevalideerd. Voor validatie is het noodzakelijk periodiek het meet- en registratiesysteem van het bedrijf nader te onderzoeken. Dit gebeurt via het programma meten en registreren. Via het programma melden en registreren programma kijken we specifiek naar de meldingen die afvalbedrijven moeten doen bij het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen.
Vergunningen bevatten vaak doelvoorschriften voor bijvoorbeeld geluid, geur of emissies naar lucht. Metingen om te bepalen of voorschriften worden nageleefd, kunnen onderdeel zijn van het toezicht. Metingen worden uitgevoerd door een geaccrediteerde meetdienst.
In de uitvoering wordt bijzondere aandacht gegeven aan het reduceren van het energieverbruik. Een deel van de bedrijven waarvoor wij het bevoegd gezag zijn, is grootverbruiker van energie. Deze bedrijven zijn in het kader van de landelijke aanpak verbonden aan meerjarenafspraken energie (MJA-E). Daarnaast zijn er bedrijven waarvoor verplichtingen gelden vanuit de Europese Energie-Efficiency Richtlijn, wettelijke
bepalingen, uit voorschriften in vergunningen, uit het Activiteitenbesluit of uit Meerjaren- brancheafspraken. Op deze bepalingen kunnen we toezien, mits ze in de vergunning zijn opgenomen.
Toezicht BRIKS
Toezicht tijdens de bouw gebeurt conform het meest recente Toezichtsprotocol van de VBWTN. Ook in de gebruiksfase controleren wij of nog wordt voldaan aan de bouw- en ruimtelijke ordeningseisen in de vergunning en wet- en regelgeving. Dit doen wij via een programmatische aanpak. Reclame, kappen en inritten hebben geen prioriteit in de gebruiksfase. Voor deze aspecten voeren we geen preventief toezicht uit.
Overtredingen worden volgens onze nalevingsstrategie opgepakt. BRIKS-overtredingen tellen ook mee voor het bepalen van de van de KPI-naleefgedrag.
Beleidsspeerpunten
Voor de vergunningverlening en de handhaving van complexe inrichtingen hebben we de volgende beleidsspeerpunten.
- Wij zorgen voor een excellente uitvoering van de VTH-taken bij de Brzo-bedrijven. We werken daarvoor samen met partners zoals de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ISZW), het Openbaar Ministerie (OM) en de veiligheidsregio's. Via convenanten en vergunningvoorschriften stimuleren wij bedrijven om energiebesparende maatregelen te nemen. Als bedrijven geen energiebesparingsplannen opstellen of de maatregelen niet tijdig nemen, zetten we via toezicht en handhaving de bedrijven er toe aan alsnog actie te ondernemen.
- Wij stimuleren waar mogelijk de doelstellingen voor een circulaire economie om het grondstoffengebruik te reduceren.
- Voor bedrijven uit de hoogste risico-categorieën ambiëren we actuelere vergunning en een hoger naleefgedrag dan bij bedrijven uit de laagste risico-categorieën.
- Wij monitoren de actualiteit van vergunningen en actualiseren zo nodig de vergunningen.
Vergunningen
Voor de actualiteit van vergunningen en voor de mate van naleving hebben wij doelen gesteld.
Het risico van een bedrijf bepaalt hoe vaak de actualiteit van de vergunning wordt getoetst en welk doel wij stellen voor het aandeel actuele vergunningen.
Bij nieuwe ontwikkelingen zoals nieuwe BBT-conclusies of afspraken over het opnemen van voorschriften in de vergunning, geldt veelal een termijn waarbinnen de vergunningen moeten zijn aangepast. Zolang deze termijn nog niet is verlopen, beoordelen wij de vergunning als actueel.
Toezicht en handhaving
Voor bedrijven uit de hoogste risico-categorieën ambiëren we een hoger naleefgedrag dan bij bedrijven uit de laagste risico-categorie.