Bodemsanering
Europees en landelijk kader
Activiteiten in en op de bodem kunnen vervuiling veroorzaken en de kwaliteit van de bodem aantasten. De basis voor ons handelen ligt in de Wet bodembescherming (Wbb). De landelijke prioriteit ligt bij het saneren van spoedlocaties; daarbij is de aandacht verschoven van locaties met humane risico’s naar locaties met risico’s op verspreiding en voor ecologie. Het provinciale bodemprogramma geeft invulling aan het 'Convenant bodem en ondergrond 2016-2020 '. Dit is het convenant tussen het Rijk, gemeenten, waterschappen en provincies. Belangrijk doel is dat mensen beschermd zijn tegen de risico's van bodemverontreiniging. Daarnaast zorgen we ervoor dat grondwaterverontreinigingen met een verspreidingsrisico worden beheerst en bekijken we wat de aanpak moet zijn van bodemverontreiniging met ecologische risico's.
Bij het van kracht worden van de Omgevingswet is de Wbb één van de wetten die hierin opgaat. Er is voorzien in een decentralisatie van de bevoegdheid van provincies naar gemeenten.
Provinciaal beleid
We zien het geschikt maken en houden van de bodem (de ondergrond) als een maatschappelijke opgave, om daarmee ruimte te geven aan het gebruik en de ontwikkeling van mens en natuur. Dat willen we bereiken via de volgende thema's:
- het beschermen van mensen tegen risico's van bodemverontreinigingen;
- het wegnemen van belemmeringen door bodemverontreinigingen die de ruimtelijke ontwikkeling remmen;
- het goed op orde hebben van het beheer en de nazorg van stortplaatsen;
- het stimuleren van verantwoord en duurzaam omgaan met bodem en ondergrond.
Waar sprake is van spoedeisende bodemverontreinigingen en waar geen derden aan te spreken zijn op de aanpak ervan, voeren we zelf de bodemsanering uit. In de omslag naar het duurzaam gebruik van de bodem en de ondergrond vervullen we een ontwikkelrol: de integratie van het duurzaam gebruik van de bodem en de ondergrond in andere beleidsvelden zoals ruimtelijke ordening, water en energie.
In 2012 hebben wij de Beleidsnota Bodem 2012 vastgesteld. De nota is een praktische handleiding voor de uitvoering van bodemtaken en toetsingskader voor de uitvoering van onderzoek, sanering en nazorg binnen Gelderland. De nota bevat ook een aantal beleidsregels in het kader van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), artikel 4:81.
Risico’s
Illegale activiteiten met gevolgen voor de bodem veroorzaken het hoogste risico, bijvoorbeeld bij het leggen van kabels en leidingen. Tijdelijke uitplaatsingen kunnen, met name bij infrastructurele werken, leiden tot ongewenste werkzaamheden in verontreinigde grond. Dit kan effecten hebben op de gezondheid, fysieke veiligheid, milieuschade, natuurschade, financieel/economisch, maatschappelijk en bestuurlijk.
Basis uitvoeringsniveau
We zijn bevoegd gezag voor de Wet bodembescherming (Wbb). In dit kader ontvangen we meldingen Besluit Uniforme Saneringen (BUS) en aanvragen voor onderzoeks- en saneringsbeschikkingen. We dienen als bevoegd gezag Wet bodembescherming de ernst en spoedeisendheid vast te stellen en in te stemmen (beschikking) met het saneringsplan, voordat de sanering gestart wordt. Na afloop moet een evaluatierapport en/of nazorgplan worden opgesteld, die ter beoordeling aan ons moet worden voorgelegd.
Het toezicht en de handhaving bij de uitvoering van saneringen gebeurt op basis van goedgekeurde saneringsplannen of de BUS-melding, de controle op de locatie en beoordeling van het evaluatierapport.
Beleidsspeerpunt
Conform het 'Convenant bodem en ondergrond 2016-2020' hebben we een extra opgave bij 'spoedlocaties'. Dit betreft nog zo’n 86 locaties. Deze locaties moeten in 2020 gesaneerd of beheerst zijn, dat wil zeggen dat gestart is met sanering of beheersing. In de praktijk kan dit betekenen dat na 2020 nog wel (langdurige) monitoring of nazorg nodig is.