Landgoederenzone Baakse Beek

“We werken niet meer langs elkaar heen, maar samen”

Landgoederen in de Achterhoek met kronkelende beken, glooiend landschap, goed onderhouden landhuizen, bossen en grasland waar allerlei dieren leven, koeien in de wei. Ziet u het voor u? Landgoederenzone Baakse Beek maakt het werkelijkheid als oplossing voor de droogte. Voor die prestatie wonnen ze de Gelderse prijs voor ruimtelijke kwaliteit.

Door de extreem droge zomer van 2018 werd voor iedereen duidelijk: te weinig water is een probleem. Landgoedeigenaren in de Achterhoek wisten dat al veel langer en vroegen om actie. Betrokken overheden, LTO en natuurorganisaties beschreven samen wat er voor en met het water moet gebeuren. In 2019 spraken Waterschap Rijn & IJssel, gemeente Bronckhorst en provincie Gelderland af het gebied opnieuw in te richten om het klimaatbestendig te maken. En dat niet alleen: andere doelen waren nieuwe natuur aanleggen, landschap herstellen, de waterkwaliteit verbeteren, zorgen voor gunstige omstandigheden voor landbouw, en recreatie verbeteren door er een prachtig gebied van te maken. Voor dat alles spelen water en bodem een sleutelrol.

Water en bodem bepalen

Water en bodem zijn leidend. Inmiddels verspreidt dat idee zich snel, maar wat houdt het in? Leonieke Heldens (landschapsarchitect Arcadis), Louis Lansink (beleidsadviseur Waterschap Rijn & IJssel) en Astrid Stokman (projectleider Waterschap Rijn & IJssel) weten dat als geen ander. Omdat zij het dóén. Samen met een heel team en met landgoedeigenaren, agrariërs en andere betrokkenen. Kort gezegd gaan ze terug naar hoe het watersysteem en de bodem vroeger waren. Want die hielden van nature water vast. Hoe je het land gebruikt, moet daarbij passen.

Op zoek naar vroeger

Het begint met heel veel kennis verzamelen over de bodem en het watersysteem. Louis deed uitgebreid onderzoek. Het type grond, hoogteverschillen enzovoort ontstonden toen het landschap zich vormde. Die bepalen hoe het water loopt en welke begroeiing er is. Leonieke: “Bodemkaarten, hoogtekaarten, historische kaarten; Louis verzamelde al die informatie en controleerde of die klopte. Zit er echt klei? Liep daar vroeger inderdaad een beek? Hij heeft ‘t Medler als het ware lek geprikt, zo veel boringen deed hij.” Louis: “Door alle kaarten kan ik gericht zoeken naar cultuurhistorische elementen: opgeleide beken, grachten, voordes waar je vroeger door de beek kon rijden.”

Voordelen voor grond, mens en dier

Water zo snel mogelijk afvoeren, dat was hoe het waterschap werkte. Daarom werd onder andere de Baakse Beek recht gemaakt. Maar om droogte tegen te gaan, moet water juist in het gebied blijven. Daarvoor gebruiken ze het natuurlijke watersysteem, de bodem en het cultuurhistorische watersysteem. Bijvoorbeeld door een beek weer ondiep en breed te maken, waardoor deze bij veel regen overstroomt. Daardoor trekt water de grond in en blijft dat in het gebied. Door die manier van denken verbetert de omgeving op allerlei manieren. Bochten vertragen het water. Louis: “Daardoor komen er natuurlijke mineralen, waardoor plant- en diersoorten er weer kunnen leven. Je ziet vaak mais- en aardappelvelden naast een beek. Terwijl die droog moeten zijn, en het goed is als een beek overstroomt. Blijvend grasland kan wel. Liever geen eentonig Engels raaigras, maar kruidenrijk grasland. Dan komen er meteen meer soorten planten en dieren.” Leonieke: “Door een laag waterpeil liggen funderingen van landhuizen droog. Dat is heel slecht voor zo’n fundament. Door cultuurhistorische elementen als opgeleide beken terug te brengen, kunnen de grachten weer gevuld worden. Mensen wisten heel goed hoe ze water in een gebied konden sturen. Ook daarom maken we gebruik van hoe het vroeger was.”

Verhaal vertellen

Om een landgoed zo te veranderen, zijn landgoedeigenaren en agrariërs minstens zo hard nodig als de overheid. Leonieke: “We proberen echt iedereen te betrekken. We vertellen keer op keer ons verhaal.” Louis: “Omdat we de bodem zo grondig onderzoeken, krijgen anderen in de gaten dat we niet zomaar wat roepen. Het helpt ook dat we inmiddels op De Wildenborch mensen kunnen laten zien hoe het eruit komt te zien en hoe het werkt.” Astrid vult aan: “Belangen hoeven niet te botsen. Het ontwerp laat zien dat het voor iedereen wat oplevert.”

Geen boer is hetzelfde

Ze voeren veel gesprekken. Open gesprekken, benadrukken ze. Louis: “We vertellen hoe het watersysteem vroeger was en waarom. En wat we allemaal kunnen doen om dat terug te brengen.” Leonieke: “Kansen voor ontwikkeling zijn vaak op agrarische grond. Dus vragen we de pachters wat zij daarvan vinden. Kunnen we gronden zo ruilen, dat het voor iedereen werkt? Maar ook op detailniveau. Vindt een agrariër een iep mooier dan een eik? Prima, die past ook in het landschap.” Astrid: “Geen boer is hetzelfde. Er zijn kleine boeren die hun hoofd nauwelijks boven water kunnen houden, boeren met grote bloeiende bedrijven. Boeren die de afgelopen jaren veel schade hadden door droogte, boeren die het nog steeds te nat vinden. We hebben alle boeren op de landgoederen nodig. De meesten willen best hun bedrijf aanpassen richting kringlooplandbouw, als ze maar zekerheid hebben dat ze ervan kunnen leven.” Binnen het landgoed kavels ruilen, vergoedingen voor natuurbeheer, uitgebreide berekeningen van wat het oplevert koeien in de wei te zetten en zo bijvoorbeeld weidemelk te kunnen verkopen; dat helpt allemaal mee.

Overheid moet lang betrokken blijven

Ook de overheid is nodig. Het waterschap, gemeenten en de provincie. Astrid: “Die moeten allemaal bereid zijn hier langere tijd aan te werken. We zorgen voor grote veranderingen. Dan moeten we ook in de gaten houden of het gaat zoals we verwachten, of we nog wat moeten bijsturen en wat we kunnen leren voor andere projecten.”

Ingewikkeld

Per landgoed doen ze het werk in een jaar of 4, van onderzoek en schets tot en met schop in de grond. Astrid: “Heel ingewikkeld, want in die tijd verandert ook veel. We weten bijvoorbeeld niet zeker of iedereen die we nodig hebben meedoet. Ondertussen werken we door. We hebben een ideaalplaatje, het meest realistische scenario en ga zo maar door. We zijn zelf ook weleens in de war. Maar zoals de landgoedeigenaren zeggen: er gebeurt eindelijk iets.”

Revolutie in waterland

Voor het waterschap betekende dit alles een enorme verandering. Dat landgoedeigenaren om hulp vroegen, was spannend. Louis: “Het waterschap gaat over water. De rest, zijn wij daar wel van?” Astrid: “Er was een strikte scheiding tussen grond- en oppervlaktewater en wie daarover besloot. Dat je dat als 1 systeem moet zien om droogte aan te pakken, was een revolutie in waterland.”

Kansen voor gebied benutten

Nu ze toch bezig zijn, benutten ze zo veel mogelijk kansen om het gebied te verbeteren. Meekoppelkansen. Leonieke: “Op ‘t Medler is dat goed gelukt.” Er groeit 10 hectare natte bossen en 20 hectare natte weidenatuur. Er zijn solitaire bomen en struweelhagen aangeplant. Astrid: “Dat is veel op een landgoed van 300 hectare.” Door een waterzuivering voldeed het water in de Baakse Beek niet aan de norm. Dat wordt nu beter gezuiverd. Astrid: “Het is mooi dat collega’s niet kiezen voor de makkelijkste oplossing: sluiting. Nu blijft het water behouden. Dat komt in de vijvers van tuinen op een landgoed. Door dit project werken we niet meer langs elkaar heen, maar samen.”

Verdwaald op eigen landgoed

Leonieke: “Wandel je over een landgoed waar we klaar zijn, zie je in de zomer dat de slenken droogvallen. Dat is prima. We weten dat door dit systeemherstel de bodem natter is. Je ziet ook doorwaadbare plaatsen, glooiend landschap, steeds meer planten en dieren. Waar bijvoorbeeld de Vordense Beek belangrijke lanen kruist, maken we duikers extra mooi. We bouwen zelfs een aquaduct. Je bent op een landgoed, dat mag je zien. En koeien in de wei, dat was nooit.” Astrid: “De rentmeester zei dat hij verdwaalde op zijn eigen landgoed, zó veranderd is het.” Louis: “En toch ook niet. Mensen kennen dit nog uit verhalen van hun ouders of grootouders.” Leonieke: “Het voelt vertrouwd, het klopt weer.”

Landgoederen staan in de rij

Zowel op de Wildenborch als op ’t Medler is de eerste herinrichting klaar. Tegelijk werken ze aan fase 2. Voor ’t Medler betekent dat aantakken van de bovenstroomse Baakse Beek aan de nieuwe Vordense Beek, een ondiepe, brede slenk die net zo slingert als vroeger de Baakse Beek. Deze fase 2 vindt pas plaats in 2025 om te voorkomen dat de invasieve exoot watercrassula vanuit het oppervlaktewater van de Baakse Beek de nieuwe natuurgronden koloniseert. Tussen nu en half 2025 krijgt de gewenste, inheemse begroeiing de tijd te groeien. Een van de vele aspecten waarmee ze rekening moeten houden. Voor 1/3 van de landgoederen in de Landgoederenzone maken ze een plan, de rest wacht gretig op hun beurt. Ook particulieren vragen om hulp. Astrid: “De droogte maakt het probleem overduidelijk. En we hebben laten zien dat we luisteren, dat we een goed plan hebben en dat ook uitvoeren. Dat het mooier wordt, dat het werkt.”

Door het dolle

Dat zag ook de jury, die het project tot winnaar uitriep van de Gelderse prijs voor ruimtelijke kwaliteit. “We waren door het dolle”, lacht Leonieke. Louis: “Die erkenning, dat anderen zien wat we doen, dat was een heel gelukkig moment. Die momenten heb je nodig voor het team. Het is de bevestiging dat we op de goede weg zijn.” Leonieke: “We geloven er zelf in, maar het is fijn eens niet het verhaal te hoeven vertellen. En steeds meer mensen worden enthousiast. Dat is mooi, want wat we doen is goed voor de aarde, de mens. Het doet ertoe.”

Tips van de winnaars

  • Onderzoek hoe het watersysteem oorspronkelijk was en benut dat. Louis: “Al is het een intensief landbouwgebied en kun je niet zo veel doen als in de Landgoederenzone, er zijn altijd knoppen waar je aan kunt draaien.”
  • Benut zo veel mogelijk meekoppelkansen. Bekijk alles, en kies dan wat haalbaar is op dat moment. Leonieke: “Er zijn zo veel uitdagingen. Het is echt een gemiste kans als je puur met het watersysteem aan de slag gaat. Ontwerp integraal.”
  • Zorg voor de juiste mensen op de juiste plek, mensen die er echt voor willen gaan. Zorg dat zij goed begrijpen wat het doel is.
  • Ga naar buiten: praat met mensen, doe onderzoek.
  • Kalmte kan u redden. Leonieke: “Drammen schiet niet op. Vertel het verhaal vaker, laat mensen nadenken, geef ze tijd.”
  • Heb het lef te beginnen. Astrid: “Je kunt niet alles van tevoren bedenken. Als je begint, kun je de problemen die er zijn gaan oplossen.” Louis: “Het gaat weleens mis. Dan ga je op je bek, schud je het zand uit je haren en ga je weer door.”
< Terug naar In de etalage